Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 24 februari 2021 van de meervoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiseres], te [plaatsnaam] (Spanje), eiseres,
de leerplichtambtenaar van de gemeente Dongen, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Bij bestreden besluit is het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft daar op 9 augustus 2019 beroep tegen ingesteld.
3. Is de leerplichtambtenaar een bestuursorgaan?3.1 De rechtbank ziet zich ambtshalve voor de vraag gesteld of de leerplichtambtenaar in deze beroepsprocedure aangemerkt kan worden als een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1:1 van de Awb.
Naar het oordeel van de rechtbank is het AVG-verzoek van eiseres niet te herleiden naar de uitoefening van een publiekrechtelijke bevoegdheid door de leerplichtambtenaar. De rechtbank stelt vast dat in de Leerplichtwet enkele publiekrechtelijke bevoegdheden zijn toegekend aan de leerplichtambtenaar. In artikel 14, derde lid, van de Leerplichtwet is bijvoorbeeld aan de leerplichtambtenaar een bevoegdheid toegekend om voor meer dan 10 dagen verlof te verlenen wegens ‘andere gewichtige omstandigheden’. Het AVG-verzoek van eiseres heeft echter geen betrekking op de uitoefening van een dergelijke bevoegdheid. Dit verzoek is te herleiden naar een vrijstelling van de inschrijvingsplicht uit artikel 5, onder b, van de Leerplichtwet. In die bepaling staat dat eiseres is vrijgesteld van de verplichting om te zorgen dat haar kinderen staan ingeschreven bij een school, wanneer zij overwegende bedenkingen heeft tegen de richting van het onderwijs op alle binnen redelijke afstand van de woning gelegen scholen. Eiseres kan zich slechts op die vrijstelling beroepen, indien zij daar bij het college van de gemeente Dongen een beroep op doet en daarbij de in artikel 6 en 8 van de Leerplichtwet genoemde gegevens overlegt. In die bepaling is aan de leerplichtambtenaar niet de bevoegdheid toegekend om eenzijdig de rechtspositie van eiseres vast te stellen. Daar voegt de rechtbank aan toe dat een dergelijke publiekrechtelijke bevoegdheid in die bepaling ook niet wordt toegekend aan het college. In die bepaling staat niet dat het college het doen van een beroep op de vrijstelling moet aanmerken als een verzoek om vrijstelling (aanvraag) waar een besluit op moet worden genomen. Voor een succesvol beroep op de vrijstelling is namelijk slechts vereist dat eiseres er een beroep op doet. Daar vloeit uit voort dat het vrijgesteld zijn van de inschrijvingsplicht (het rechtsgevolg) uit de wet voortvloeit en dat een eventuele reactie van het college op die melding ook niet aangemerkt kan worden als besluit als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Awb.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt de gemeente Dongen op het betaalde griffierecht van € 174,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt de gemeente Dongen in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.068,-.