ECLI:NL:RBZWB:2021:7090

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 juli 2021
Publicatiedatum
10 januari 2023
Zaaknummer
8960633_E28072021
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • Hindriks
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van hoofdsom en buitengerechtelijke kosten in incassozaken

In deze civiele zaak vordert Hil-Coatings B.V. (hierna: "Hil-Coatings") dat 3D Print Lab B.V. (hierna: "3D Print Lab") wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 164,83, vermeerderd met wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke kosten. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst tussen partijen waarbij 3D Print Lab coatings heeft besteld bij Hil-Coatings voor een totaalbedrag van € 968,00. Hil-Coatings stelt dat 3D Print Lab de betaling niet tijdig heeft voldaan, waardoor zij recht heeft op buitengerechtelijke incassokosten en rente. 3D Print Lab betwist de vordering en stelt dat de hoofdsom op tijd is betaald. De kantonrechter heeft de processtukken en de argumenten van beide partijen beoordeeld. De rechter oordeelt dat 3D Print Lab inderdaad in verzuim is, omdat de betaling niet binnen de gestelde termijn heeft plaatsgevonden. Hierdoor is 3D Print Lab zonder aanmaning buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd. De rechter wijst de vordering van Hil-Coatings toe en veroordeelt 3D Print Lab tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 28 juli 2021.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Tilburg
zaak/rolnr.: 8960633 \ CV EXPL 21-65
vonnis d.d. 28 juli 2021
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Hil-Coatings B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Hilversum,
eiseres,
hierna te noemen: “Hil-Coatings”,
gemachtigde: R. van Schendel, gerechtsdeurwaarder te Hilversum,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
3D Print Lab B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te (5121 ML) Rijen, Ericssonstraat 2 (gate 2 building),
gedaagde,
hierna te noemen: “3D Print Lab”,
procederend in persoon van de heer [gedaagde] .

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
de dagvaarding van 29 december 2020 met producties;
het extract audiëntieblad van de rolzitting van 13 januari 2021 met de weergave van de mondelinge conclusie van antwoord;
de conclusie van repliek met producties.

2.Het geschil

2.1
Hil-Coatings vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, 3D Print Lab te veroordelen tot betaling van € 164,83 aan hoofdsom, buitengerechtelijke kosten en rente tot de dag der dagvaarding, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over € 968,00 vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van 3D Print Lab in de proceskosten.
2.2 3
D Print Lab voert verweer.

3.De beoordeling

3.1
Tussen partijen staat in rechte vast dat zij met elkaar een overeenkomst hebben gesloten, inhoudende dat 3D Print Lab coatings heeft besteld bij Hil-Coatings voor een totaalbedrag van € 968,00. Verder staat tussen partijen vast dat een bedrag ter hoogte van de oorspronkelijke hoofdsom door 3D Print Lab is voldaan.
3.2
Hil-Coatings stelt dat 3D Print Lab de betaling niet binnen de gestelde betalingstermijn(en), maar pas op 21 december 2020, heeft voldaan. Daardoor is 3D Print Lab gehouden tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten alsmede de wettelijke handelsrente over de hoofdsom. Hil-Coatings stelt daartoe dat 3D Print Lab op grond van artikel 6:96 lid 4 BW reeds zonder aanmaning een vergoeding aan buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd is. Daarnaast stelt en onderbouwt Hil-Coatings dat zij eigen buitengerechtelijke incassowerkzaamheden heeft verricht.
3.3 3
D Print Lab betwist de buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd te zijn, omdat de hoofdsom is betaald op 18 december 2020 en zij op diezelfde dag pas de aanmaningsbrief heeft ontvangen.
3.4
Aan 3D Print Lab is – na ontvangst van de conclusie van repliek zijdens Hil-Coatings – de gelegenheid geboden om nogmaals een reactie te geven op hetgeen Hil-Coatings stelt. Daarvan heeft zij geen gebruik gemaakt.
3.5
Geoordeeld wordt al volgt. Als erkend staat vast dat betaling van de facturen niet binnen de in die facturen vermelde betalingstermijn van veertien dagen heeft plaatsgevonden, zodat op grond van artikel 6:96 lid 4 BW 3D Print Lab reeds zonder aanmaning een vergoeding aan buitengerechtelijke incassokosten is verschuldigd. Daarnaast blijkt onweersproken uit de overgelegde stukken dat Hil-Coatings eigen incassowerkzaamheden heeft verricht ter verkrijging van betaling van de vordering buiten rechte. Gelet op het voorgaande wordt het verweer van 3D Print Lab verworpen en zijn de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten ad € 145,20, waarvan de hoogte ook overeenkomt met het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief, derhalve toewijsbaar.
3.6.
Vanwege het betalingsverzuim aan de zijde van 3D Print Lab is de wettelijke handelsrente eveneens toewijsbaar. Aangezien het verweer van 3D Print Lab, inhoudende dat zij reeds op 18 december 2020 heeft betaald, tegenover de (nadere) stellingen van Hil-Coatings, niet nader is gestaafd, zal worden uitgegaan van een betaling op 21 december 2020. Hoewel Hil-Coatings stelt dat zij de rente heeft berekend tot en met de dag der dagvaarding (zijnde 29 december 2020), is het de kantonrechter gebleken dat de hoogte van het gevorderde bedrag aansluit bij de rente berekend tot en met 21 december 2020.
3.7
Hoewel 3D Print Lab aanvoert dat de hoofdsom is betaald, is in artikel 6:44 BW bepaald dat betaling van een op een bepaalde verbintenis toe te rekenen geldsom in de eerste plaats in mindering strekt van de kosten, vervolgens in mindering van de verschenen rente en ten slotte in mindering van de hoofdsom en de lopende rente. Met inachtneming daarvan strekt de door 3D Print Lab gedane betaling van € 968,00 eerst in mindering op de buitengerechtelijke incassokosten ad € 145,20, daarna in mindering op de verschenen rente ad € 19,63, en tot slot in mindering op de hoofdsom. Derhalve resteert aan hoofdsom het door Hil-Coating gevorderde bedrag van € 164,83. Dit bedrag zal dan ook worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente daarover vanaf 22 december 2020.
3.8 3
D Print Lab zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Die proceskosten worden vastgesteld op een bedrag van € 87,99 aan explootkosten, een bedrag van € 126,00 aan griffierecht en een bedrag van € 74,00 aan gemachtigdensalaris (2 punten à € 37,00), zijnde een totaalbedrag van € 287,99.

4.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt 3D Print Lab om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Hil-Coatings te betalen een bedrag van € 164,83, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente hierover vanaf 22 december 2020 tot de dag der algehele voldoening;
veroordeelt 3D Print Lab in de kosten van dit geding, aan de zijde van Hil-Coatings tot op heden vastgesteld op € 287,99, daarin begrepen een bedrag van € 74,00 als salaris voor de gemachtigde van Hil-Coatings;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Hindriks en in het openbaar uitgesproken op 28 juli 2021.