Uitspraak
(wijziging omgang)
(alimentatie)
- de herstelbeschikking van 12 februari 2021;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 juni 2021, is er sprake van een langdurige strijd van elf jaar tussen de ouders over de omgang met hun minderjarige kinderen. Ondanks de inzet van hulpverlening en begeleiding door de gezinsvoogdijinstantie (GI) is er geen structurele omgang tot stand gekomen tussen de vader en de kinderen. De rechtbank constateert dat de negatieve rol van de moeder een belangrijke factor is in deze situatie. Het contact tussen de vader en de kinderen is beperkt tot sporadische berichten en het sturen van kaarten op belangrijke dagen. De rechtbank oordeelt dat de kinderen rust en duidelijkheid nodig hebben en dat gedwongen contact met de vader niet in hun belang is. De verzoeken van de moeder om de omgangsregeling te wijzigen worden afgewezen, omdat de rechtbank van mening is dat de huidige regeling moet blijven bestaan in afwachting van de resultaten van de hulpverlening. Daarnaast wordt het verzoek van de moeder om kinderalimentatie te verhogen afgewezen, omdat zij onvoldoende inspanningen heeft verricht om inkomen te verwerven. De rechtbank benadrukt dat de vrouw haar houding moet herzien om de kinderen de ruimte te geven om contact met de vader te onderhouden.