Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
SYSMEX NEDERLAND B.V.,
1.Het verloop van het geding
2.De feiten
Opdrachten blijven liggen, ook na herhaaldelijk verzoek”, “
Negatief uitlaten over collega’s”, “
Te veel focus op andere afdelingen”en “
Grand Total (…) 67%”. Er is geen bonus toegekend aan [verweerster] over deze periode.
“Missie geslaagd”, “Gezien situatie objective volbracht”, “Heel goed in kaart gebracht”,en
“Grand Total (…) 104%”.
Het team QCS, waarvan jij deel uitmaakt, is hoofdzakelijk verantwoordelijk voor het beheer en verwerking van alle binnenkomende calls en ontvangst van bezoekers.
Ik heb het schrijven inclusief bijlage ontvangen van niet gerespecteerde tijden van april tot september dit jaar. In reactie hierop mag je gerust weten dat ik behoorlijk ben geschrokken over de wijze van benadering, daar ik nooit een eerdere mondelinge waarschuwing van mijn leidinggevende heb gekregen.
Voor de receptie en telefoon is het van belang dat er iemand om 08:30 aanwezig is. Echter, gedurende het jaar was je vaak te laat.”, “Gedurende het jaar was je houding vaak niet positief en constructief.”en “
Grand Total (…) 78%”.
Sinds maart 2017, zijn we meermaals in gesprek met elkaar geweest en hebben wij jou meermaals aangesproken op jouw wijze van functioneren, gedrag en rol als teamlid. Dit heeft zich ook geuit in het feit dat jij de laatste 5 jaar (uitgezonderd 4/2018) geen bonus hebt ontvangen om de redenen die vermeld staan op het appraisal sheet en de officiële waarschuwing van 11/2019. Op het moment dat wij jou op jouw gedrag of functioneren aanspreken schiet jij in de verdediging en heb jij diverse redenen waarom ons standpunt niet klopt. Als voorbeeld wijzen wij op jouw brieven van mei 2017 en november 2019. Maar ook mondeling geef jij te kennen het niet eens met ons te zijn.
- In iedere rol (je hebt er meerdere gehad) hebben we je moeten wijzen op taken die je niet uitvoert zoals opgedragen. Je wil hier telkens je eigen invulling aan geven omdat je vindt dat dat beter is, ook na herhaaldelijk vragen. Met als resultaat dat collega’s jou links laten liggen;
- Bemoeienissen met de verantwoordelijkheden van je collega’s, waardoor zij je als belerend ervaren en liever niet samenwerken;
- In 2018 hebben we aangegeven dat je niet paste in het toekomstige Business partner plaatje, zowel op basis van mismatch met de collega’s, je eigenwijze houding, de superieure uitstraling waarmee je handelde, alsook het hogere kennisniveau dat vereist is voor deze rol. Je vond telkens dat je beter kon en had geen oor naar onze aanbevelingen. Dit hebben wij destijds meermaals met jou besproken.
Je kreeg een rol als [functienaam] , waarvan wij van mening waren dat je hier een toegevoegde waarde zou kunnen brengen. Zelf heb je deze rol steeds minderwaardig gevonden. Dit heb je ook steeds geuit in een negatieve houding in het team, taken niet willen uitvoeren, vaak onder het mom van “geen tijd gehad”, “vergeten”, “mijn dagje niet”. Ook dit hebben wij meermaals met jou besproken. Het is niet de bedoeling dat jouw collega’s jouw ongedane werk constant moeten compenseren en overnemen.
Voorbeelden hiervan: postbus niet leeg maken, facturen niet verwerken zoals gevraagd, te laat komen, altijd negatieve uitingen in het team, tijdens de werkuren constant bezig zijn met privézaken.
3.Het verzoek
4.Het verweer en voorwaardelijk tegenverzoek
5.De beoordeling
‘Missie geslaagd”en “
Heel goed in kaart gebracht”.In de beoordelingsverslagen over de periodes 1 april 2016 tot en met 31 maart 2017 en de periode 1 april 2019 tot en met 31 maart 2020 zijn enkele opmerkingen gemaakt die duiden op verbeterpunten, waaronder “
Gedurende het jaar was je houding vaak niet positief en constructief”en “
Te veel focus op andere afdelingen”. Naast het feit dat deze termen algemeen zijn, blijkt uit deze opmerkingen ook niet dat het algehele functioneren van [verweerster] onvoldoende is. Bovendien is, voor zover er al sprake zou zijn van onvoldoende functioneren van [verweerster] , aan haar geen reële kans tot verbetering geboden. [verweerster] heeft verklaard meermaals te hebben verzocht om een gesprek teneinde haar mogelijkheden binnen de organisatie te bekijken. Dit gesprek heeft echter nooit plaatsgevonden. Sysmex heeft in het verzoekschrift en in de pleitnota gesteld dat zij aan [verweerster] begeleiding en een coach heeft aangeboden, maar bij navraag op de mondelinge behandeling is door Sysmex slechts verklaard dat zij een assessment aan [verweerster] heeft aangeboden in het kader van het opheffen van de functie van [functienaam] . Hierdoor is niet gebleken dat Sysmex aan [verweerster] een reële kans tot verbetering heeft geboden. Vanwege deze tekortkomingen van Sysmex ten aanzien van de d-grond kan het niet zo zijn dat Sysmex vervolgens [verweerster] in het kader van een andere ontslaggrond, de g-grond, gaat verwijten dat zij niet goed omgaat met de kritiek op haar functioneren, te weinig zelfreflectie heeft, feedback continu negeert en haar gedrag en houding onvoldoende verbetert. Sysmex heeft voorts aangevoerd dat [verweerster] met regelmaat te laat op het werk komt en dat het belangrijk is in de functie van [functienaam] om tijdig op het werk te zijn. Sysmex heeft [verweerster] op 14 november 2019 hiervoor een schriftelijke waarschuwing gegeven, waarop [verweerster] schriftelijk heeft gereageerd op 17 november 2019. Volgens Sysmex is deze defensieve reactie van [verweerster] tekenend. De kantonrechter volgt Sysmex hierin niet. [verweerster] geeft in haar reactie aan iets met de feedback te gaan doen, namelijk eerder inloggen in de telefooncentrale, en daarnaast heeft Sysmex niet gereageerd op het verzoek van [verweerster] om een volledige lijst te sturen met begin- en eindtijden. Tevens vindt de kantonrechter onvoldoende steun in de processtukken voor de stelling van Sysmex dat directe collega’s niet meer met [verweerster] willen samenwerken en dat de bedrijfsvoering van Sysmex ernstig verstoord raakt. Ondanks dat een eerdere mediation tussen partijen is beëindigd, valt naar het oordeel van de kantonrechter een eventuele verstoring in de verhoudingen die is ontstaan door de kritiek op het functioneren van [verweerster] nog wel te herstellen. Dat [verweerster] gedurende de mondelinge behandeling heeft verklaard dat de opstelling van Sysmex haar pijn doet, maakt nog niet dat sprake is van een zodanig verstoorde arbeidsverhouding dat ontbinding is gerechtvaardigd. Het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de g-grond wordt dan ook afgewezen.