Op 30 december 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen verzoekers en verweerders, waarbij verzoekers het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eersel en de burgemeester van de gemeente Eersel als verweerders hebben. De zaak betreft een omgevingsvergunning die op 17 maart 2020 is verleend aan de heer [naam betrokkenen 1] voor het afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van de theeschenkerij [naam derde-partij]. Verweerders hebben op 16 december 2020 het bezwaar van verzoekers tegen eerdere besluiten gegrond verklaard, maar hebben later aangegeven dat er geen vervangende besluiten meer genomen zullen worden, omdat de familie [familienaam] is gestopt met de exploitatie van de theeschenkerij. Verzoekers hebben hierop hun beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft de verzoeken om proceskostenvergoeding afgewezen, omdat verweerders niet tegemoet zijn gekomen aan het beroep van verzoekers. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht zonder zitting uitspraak gedaan. De beslissing is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen de uitspraak.