ECLI:NL:RBZWB:2021:6714
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake Tozo-aanvraag
In deze zaak heeft eiser, woonachtig in [plaatsnaam], bezwaar ingesteld tegen de beslissing van het dagelijks bestuur van de Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers. Dit bezwaar, dat op 13 juli 2021 door verweerder is ontvangen, betreft de afwijzing van de aanvraag voor de Tozo-regeling, zoals vastgelegd in het bestreden besluit van 9 november 2020. Verweerder heeft het bezwaarschrift aangemerkt als een beroepschrift en dit doorgezonden naar de rechtbank, die het op 21 juli 2021 heeft ontvangen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is en doet uitspraak zonder zitting, zoals toegestaan onder artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank legt uit dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken bedraagt, te rekenen vanaf de bekendmaking van het besluit op 12 november 2020. De termijn eindigde op 24 december 2020, terwijl het beroepschrift pas op 9 juli 2021 is gedateerd en op 13 juli 2021 door verweerder is ontvangen.
De griffier heeft eiser op 29 juli 2021 geïnformeerd over de termijnoverschrijding en de gelegenheid geboden om deze toe te lichten. Eiser heeft echter geen reactie gegeven op deze oproep. De rechtbank heeft geen redenen gevonden die de termijnoverschrijding verontschuldigbaar maken. Daarom heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.
De uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, rechter, in aanwezigheid van mr. M.R. Jouvenaar, griffier, op 29 december 2021. De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.