ECLI:NL:RBZWB:2021:6710

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
30 december 2021
Publicatiedatum
30 december 2021
Zaaknummer
AWB- 21_4186
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake bijstandsuitkering en griffierecht

Op 30 december 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eisers, [naam eiser 1] en [naam eiser 2], en verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst. De eisers hebben op 28 september 2021 beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 19 augustus 2021, die betrekking had op de intrekking en herziening van hun bijstandsuitkering over de periode van 31 oktober 2019 tot en met 25 juni 2020, alsook de terugvordering van een bedrag van € 8.586,13 aan verstrekte bijstand.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eisers het verschuldigde griffierecht van € 49,- niet tijdig hebben betaald. De griffier heeft eisers herhaaldelijk in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen, maar eisers hebben geen verontschuldiging voor het verzuim gegeven. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank besloten om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren zonder zitting, conform artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, in aanwezigheid van C.A.F. Kalb, griffier. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eisers hebben de mogelijkheid om binnen 6 weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 21/4186

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 december 2021 in de zaak tussen

[naam eiser 1] en [naam eiser 2] , eisers

(gemachtigde: mr. T. Der Bedrosian),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst, verweerder.

Procesverloop

Eisers hebben op 28 september 2021 beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 19 augustus 2021 (het bestreden besluit) inzake de intrekking en herziening van hun bijstandsuitkering over de periode van 31 oktober 2019 tot en met 25 juni 2020 en de terugvordering van aan hen verstrekte bijstand tot een bedrag van € 8.586,13.

Overwegingen

Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 49,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
De griffier heeft eerst bij gewone brief en vervolgens bij aangetekend verzonden brief van 4 november 2021 eisers in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van zowel de eerste brief als de tweede (aangetekende) brief.
Eisers hebben het griffierecht niet (op tijd) betaald.
Eisers hebben geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.
Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, rechter, in aanwezigheid van C.A.F. Kalb, griffier, op 30 december 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is niet in de gelegenheid om de uitspraak te ondertekenen.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.