Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
dreigend de woorden toe te voegen
- "Ik zal met een vrachtauto achteruit het gemeentehuis binnen rijden" en
- "Als mensen mij pijn doen zal ik ze kapot maken" en- "Ik heb er geen problemen mee op iemand kapot te schieten als het moet" en
- "Sommige mensen op het gemeentehuis verdienen een kogel door hun kop" en
- "Ik loop een keer naar binnen en ga schieten" en
- "Ik ga ze neerschieten bij de gemeente, ik begin bij de receptie"
5.De strafbaarheid
verminderdtoerekeningsvatbaar acht. De rechtbank neemt deze conclusie over en verwerpt, gelet hierop, het verweer van de raadsman. De rechtbank merkt in dit verband op dat verdachte – gelet op de aangifte – zijn bedreigingen instrumenteel inzette, in die zin dat hij daarmee probeerde de gemeente te bewegen tot het verstrekken van een uitkering, wat de conclusie van de deskundige bevestigt.
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
een gevangenisstraf van 30 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaarden: