ECLI:NL:RBZWB:2021:6661

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 december 2021
Publicatiedatum
27 december 2021
Zaaknummer
02-105649-21
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezit van kinderporno met bekennende verdachte en strafoplegging

Op 27 december 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit van kinderporno. De verdachte, geboren in 1981, heeft tijdens de zitting op 13 december 2021 een bekennende verklaring afgelegd. De officier van justitie heeft bewezen verklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het bezit van kinderporno in de periode van 17 juni 2018 tot en met 17 januari 2020. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte heeft een grote verzameling van meer dan 100.000 afbeeldingen in bezit gehad, waarvan de meeste afbeeldingen kinderen betroffen die jonger waren dan 12 jaar.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast is er een taakstraf van 240 uur opgelegd. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn medewerking aan het opsporingsonderzoek en zijn hulpzoekend gedrag. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering en het voortzetten van de ambulante behandeling bij De Waag. De rechtbank heeft benadrukt dat het bezit van kinderporno uiterst verwerpelijk is en dat de verdachte mede verantwoordelijk is voor het seksueel misbruik van kinderen door het verzamelen van dergelijke beelden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/105649-21
vonnis van de meervoudige kamer van 27 december 2021
in de strafzaak tegen
[Verdachte]
geboren op [Geboortedag] 1981 te [Geboorteplaats]
wonende te [Adres]
raadsman mr. T. Kemper, advocaat te Rosmalen

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 13 december 2021, waarbij de officier van justitie, mr. K. Simpelaar, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat op neer dat verdachte kinderpornografie in bezit had.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de periode van 17 juni 2018 tot en met 17 januari 2020 schuldig heeft gemaakt aan het bezit van kinderporno grafische afbeeldingen. Verdachte heeft een bekennende verklaring afgelegd.
Het standpunt van de verdedigingDe verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
4.2
Het oordeel van de rechtbank
Wanneer hierna wordt verwezen naar een paginanummer, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een pagina van het eindproces-verbaal met dossiernummer PL 2019222914 van de politie Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 248.
Aangezien verdachte het feit heeft bekend en geen vrijspraak is bepleit, wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen op grond van:
  • De bekennende verklaring van verdachte afgelegd bij de politie d.d. 17 januari 2020 en 29 januari 2021, opgenomen op pagina 22 en verder;
  • Het proces-verbaal beschrijving kinderporno grafisch materiaal met bijlagen van verbalisant [Naam 1] d.d. 26 november 2020, opgenomen op pagina 162 en verder;
  • Het proces-verbaal bevindingen van verbalisant [Naam 2] d.d. 13 december 2018, opgenomen op pagina 30 en verder.
4.3
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
op meer tijdstippen omstreeks de periode van 17 juni 2018 tot en met
17 januari 2020 te Hoogerheide, gemeente Woensdrecht, in elk geval in Nederland,
telkens (een) afbeelding(en), - en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen van
seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis en/of vinger/hand en/of voorwerp oraal, vaginaal en/of anaal
penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog
niet had bereikt en/of het met de/een penis en/of vinger/hand en/of voorwerp, vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het zichzelf met de penis en/of vinger/hand en/of een voorwerp oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
[Bestandsnaam] (pag. 178 eind proces verbaal)
[Bestandsnaam] (pag. 178 eind proces verbaal)
[Bestandsnaam] (pag. 179 eind proces verbaal)
[Bestandsnaam] (pag. 179 eind proces
verbaal)
[Bestandsnaam] (pag. 180 eind
proces verbaal) [Bestandsnaam] (pag. 180 eind
proces verbaal)
[Bestandsnaam] (pag. 180 eind proces verbaal)
[Bestandsnaam] (pag. 182 eind proces verbaal)
en
het met de/een penis en/of vinger/hand en/of voorwerp en/of mond/tong betasten
en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of de billen en/of borsten van een persoon
die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een penis en/of vinger/hand en/of voorwerp en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het zichzelf bij de geslachtsdelen en/of borsten betasten/aanraken met de
vinger/hand en/of een voorwerp door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18
jaren nog niet had bereikt
[Bestandsnaam] (pag. 178 eind proces verbaal)
[Bestandsnaam] (pag. 179 eind proces
verbaal
[Bestandsnaam] (pag. 180 eind proces verbaalPagina 3
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of
opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp, en/of in een
erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote)
geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
[Bestandsnaam] (pag. 181 eind proces
verbaal 145.bmp (pag. 181 eind proces verbaal
en
het masturberen (dicht) bij het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd
van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het spuiten van sperma op het lichaam van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het houden
van een penis dicht bij het lichaam van het lichaam van een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens)
een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
[Bestandsnaam] (pag. 181 eind proces
verbaal) [Bestandsnaam] (pag. 182 eind proces verbaal
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
Gelet op de aard en ernst van de feiten vordert de officier van justitie aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 12 maanden waarvan 9 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Als bijzondere voorwaarden vordert zij een meldplicht bij de reclassering en het voortzetten van de ambulante behandeling bij De Waag. Verdachte dient zich tevens te onthouden van gedragingen die zijn gericht op een digitale omgeving waarin kinderporno grafisch materiaal kan worden verkregen danwel een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd. Het toezicht op deze voorwaarden kan bestaan uit controles van digitale gegevensdragers.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte zijn medewerking aan het opsporingsonderzoek heeft verleend en zelf hulp heeft gezocht. Gezien deze omstandigheden alsmede het feit dat verdachte een blanco strafblad heeft, de meeste zorgtaken in huis op zich neemt en er sprake is van een beperkte overschrijding van de redelijke termijn heeft de verdediging verzocht tot het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van één dag, een voorwaardelijke gevangenisstraf, alsmede een taakstraf.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
6.3.1.
De aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het bezit van kinderporno. Kinderporno is uiterst verwerpelijk, met name omdat bij de vervaardiging ervan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Verdachte moet mede verantwoordelijk worden gehouden voor het genoemd seksueel misbruik van kinderen, omdat hij, door kinderporno te verzamelen, heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag ernaar. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het noodzakelijk om niet alleen degenen aan te pakken die kinderporno vervaardigen, maar zeker ook degenen die kinderporno verzamelen.
In het nadeel van de verdachte laat de rechtbank meewegen het groot aantal afbeeldingen dat verdachte in zijn bezit had. Verdachte heeft een zeer uitgebreide verzameling opgebouwd van ruim 100.000 accessibel afbeeldingen waarbij de leeftijd van de kinderen op de afbeeldingen veelal lag tussen de 4 en de 12 jaar. Er dient hierbij rekening te worden gehouden met een mogelijk aantal dubbeltellingen vanwege het opnieuw kopiëren van gegevensdragers en met het feit dat de afbeeldingen niet allemaal zijn verworven in de tenlastegelegde periode. De aard van de door de verdachte verzamelde afbeeldingen, waarbij ook sprake was van het seksueel binnendringen van het lichaam van de kinderen, wordt door de rechtbank eveneens in strafverzwarende zin meegewogen.
6.3.2.
De persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte
In het voordeel van verdachte laat de rechtbank meewegen dat verdachte, na justitieel ingrijpen, bij de politie onmiddellijk openheid van zaken heeft gegeven en heeft erkend in het bezit te zijn van kinderporno. Verdachte heeft alle medewerking verleend aan het opsporingsonderzoek. Ook in het voordeel van verdachte weegt mee dat hij direct hulp heeft gezocht in de vorm van een ambulante behandeling bij De Waag en bereid is om mee te werken aan de voortzetting van deze behandeling en om aanwijzingen van de reclassering op te volgen. Gelet op de grote hoeveelheid aangetroffen kinderporno grafische afbeeldingen kent de rechtbank geen bijzondere betekenis toe aan het feit dat verdachte nog niet eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen.
De rechtbank houdt rekening met hetgeen is verwoord in het rapport van de reclassering, waaruit blijkt dat het recidiverisico als gemiddeld wordt ingeschat. De reclassering heeft hierbij wel zorgen geuit ten aanzien van het psychosociaal functioneren van verdachte alsmede het feit dat verdachte werkzaam is in de ICT. De reclassering heeft een (deels) voorwaardelijke straf geadviseerd met bijzondere voorwaarden waarbij zij heeft aangegeven dat zij een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet passend zou achten gezien de zorgtaken van verdachte.
6.3.2.
De straf
Op grond van de in de rechtspraak ten aanzien van het bezit van kinderporno ontwikkelde oriëntatiepunten straftoemeting is een taakstraf van 240 uur met daarbij een gevangenisstraf van zes maanden met een deels voorwaardelijke straf passend voor een dergelijk delict.
De feiten zoals bewezen verklaard zijn zeer ernstig en rechtvaardigen het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden. Hiermee wijkt de rechtbank ten gunste van de verdachte af van de eis van de officier van justitie (drie maanden onvoorwaardelijk) gezien de persoon van de verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden.
De rechtbank heeft hierbij acht geslagen op het feit dat verdachte direct opening van zaken heeft gegeven toen hij ontdekt werd, dat hij meteen vrijwillig in behandeling is gegaan, en dat deze behandeling de gewenste resultaten lijkt af te werpen. Met name ook de zorgtaken voor zijn jonge, (ernstig) zieke kinderen, waarvoor de aanwezigheid van verdachte thuis vereist is, heeft de rechtbank gebracht tot een lagere onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De reden is dat de rechtbank taxeert dat deze twee maanden in het sociaal systeem van verdachte opgevangen moeten kunnen worden, terwijl drie maanden naar het oordeel van de rechtbank moeilijk te managen zullen blijken te zijn. De rechtbank merkt hierbij op dat zij op grond van de rapportages en ook op grond van haar eigen waarneming ter terechtzitting de overtuiging heeft gekregen dat de kinderen van verdachte veilig zijn bij hem.
De rechtbank houdt tevens rekening met een beperkte overschrijding van de redelijke termijn.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank aan verdachte opleggen een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Als bijzondere voorwaarden zal de rechtbank de bijzondere voorwaarden uit het reclasseringsrapport overnemen. Tevens zal aan verdachte een taakstraf worden opgelegd voor de duur van 240 uur.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 22c, 22d, 14a, 14b, 14c, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.3. is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd telefonisch meldt om een afspraak te maken bij Reclassering Nederland op het adres Peter Vineloolaan 4, 4611 AN Bergen op Zoom. Telefoonnummer: 0164-272000. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
* dat verdachte zich laat behandelen door De Waag (ambulante forensische geestelijke gezondheidszorg) te Gouda of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. Een getekende driepartijen overeenkomst en benodigde gegevensuitwisseling is onderdeel van het behandeltraject. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
* Verdachte vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderporno grafisch materiaal en vermijdt dat er kinderporno grafisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
- het seksueel getint communiceren met minderjarigen
- het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderporno grafisch materiaal kan worden verkregen
- het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd
- het op enigerlei wijze in contact treden met leveranciers van kinderporno grafisch materiaal. Verdachte bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen.
Verdachte werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Verdachte verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Verdachte verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of verdachte kinderporno grafisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van verdachte. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderporno grafisch materiaal aanwezig is.
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 240 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
120 dagen;
Dit vonnis is gewezen door mr. T.M. Brouwer, voorzitter, mr. C.H.W.M. Sterk en mr. P.A.M. Wijffels, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.G.E. van Dooren, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 27 december 2021.
Mr. Brouwer, mr. Sterk en de griffier zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.