ECLI:NL:RBZWB:2021:6572
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om veroordeling in proceskosten na intrekking beroep tegen bestuurlijke boete
In deze zaak heeft verzoekster beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin een bestuurlijke boete van € 291.324,15 was opgelegd. Het beroep werd behandeld op de zitting van 29 april 2021, maar de rechtbank schorste het onderzoek om partijen de kans te geven tot overeenstemming te komen. Op 15 september 2021 heeft de minister een nieuw besluit genomen, waarbij de eerdere boete werd ingetrokken en het bezwaar van verzoekster gegrond werd verklaard. Verzoekster trok hierop haar beroep in en vroeg de minister om veroordeling in de proceskosten.
De rechtbank oordeelde dat de minister aan verzoekster tegemoet was gekomen en besloot de minister te veroordelen in de proceskosten, vastgesteld op € 1.496,-. De rechtbank overwoog dat de kosten voor de door verzoekster ingeschakelde adviseur niet als te vergoeden deskundigenkosten konden worden beschouwd, maar als ondersteunende werkzaamheden voor de rechtszaak. Deze kosten werden afgewezen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer op 21 december 2021 en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.