ECLI:NL:RBZWB:2021:6566
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag uitkering en bijzondere bijstand
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 21 december 2021, wordt het beroep van eiser behandeld tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen. Eiser heeft gesteld dat verweerder niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag voor een uitkering met terugwerkende kracht vanaf 17 mei 2019 en op zijn aanvraag van 7 juli 2021 voor bijzondere bijstand ingevolge de Participatiewet. De rechtbank heeft in overweging genomen dat partijen niet zijn uitgenodigd voor een zitting, omdat dit op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet nodig is in deze zaak.
De rechtbank legt uit dat als een bestuursorgaan niet tijdig beslist, de betrokkene een ingebrekestelling moet indienen. Eiser heeft echter geen ingebrekestelling overgelegd, waardoor zijn beroepschrift niet voldoet aan de vereisten van artikel 6:12 van de Awb. Dit leidt tot de conclusie dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Eiser heeft ook verzocht om de dwangsom vast te stellen, maar omdat het beroep niet-ontvankelijk is, kan de rechtbank hier niet op ingaan. De rechtbank wijst ook het verzoek om proceskostenveroordeling af.
De beslissing van de rechtbank is als volgt: het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om vaststelling van de dwangsom wordt afgewezen. Deze uitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met deze uitspraak, binnen zes weken na verzending van de uitspraak.