ECLI:NL:RBZWB:2021:6557
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar inzake Wet openbaarheid van bestuur
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op zijn bezwaar van 18 april 2021. Dit bezwaar was gericht tegen een besluit van 10 maart 2021, waarbij op zijn verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) is beslist. De rechtbank heeft in overweging genomen dat, volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een bestuursorgaan binnen een bepaalde termijn moet beslissen op een aanvraag of bezwaarschrift. Eiser heeft verweerder op 21 september 2021 in gebreke gesteld, omdat de beslistermijn was verstreken. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat verweerder nog geen nieuw besluit heeft genomen. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na verzending van de uitspraak alsnog een besluit op bezwaar bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder het maximale bedrag van € 1.442,- aan dwangsommen heeft verbeurd. Eiser heeft recht op vergoeding van het betaalde griffierecht en proceskosten, die door verweerder moeten worden vergoed. De rechtbank heeft de zaak als licht gekwalificeerd, wat heeft geleid tot een proceskostenvergoeding van € 374,-. De uitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig op 21 december 2021.