ECLI:NL:RBZWB:2021:6554

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 december 2021
Publicatiedatum
22 december 2021
Zaaknummer
AWB- 20_6841
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaak inzake terugvordering bijstandsverlening

In deze zaak heeft verzoekster beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, dat betrekking had op de terugvordering van een renteloze geldlening verstrekte bijstand. Dit besluit was genomen op 30 april 2020 en betrof een totaalbedrag van € 4.960,60 over de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 mei 2018. De rechtbank heeft de zaak behandeld op een zitting op 24 september 2021, waar de gemachtigde van verzoekster en een vertegenwoordiger van het college aanwezig waren.

Na de zitting heeft het college op 28 oktober 2021 laten weten dat de vordering is kwijtgescholden in het kader van de toeslagenaffaire. Verzoekster heeft vervolgens op 18 november 2021 haar beroep ingetrokken, maar verzocht om het college te veroordelen in de proceskosten. Het college heeft hierop gereageerd en stelde dat het verzoek afgewezen moest worden, omdat het beroep was ingetrokken zonder procesbelang en de vordering niet was kwijtgescholden door een onrechtmatigheid van het college.

De rechtbank heeft, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht, besloten om de behandeling van het verzoek ter zitting achterwege te laten. De rechtbank overwoog dat, hoewel het college de vordering heeft kwijtgescholden, dit niet betekent dat het college tegemoet is gekomen aan verzoekster in de zin van de wet. De voorwaarden voor vergoeding van de proceskosten waren niet vervuld, en het verzoek om proceskostenveroordeling werd afgewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. V.M. Schotanus, rechter, en openbaar gemaakt op 20 december 2021.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 20/6841 BBZ
uitspraak van 20 december 2021 van de enkelvoudige kamer op het verzoek om veroordeling in de proceskosten in de zaak tussen

[naam verzoekster] , te [naam woonplaats] , verzoekster,

gemachtigde: mr. I.A.C. Cools,
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg(college), verweerder.

Procesverloop

Verzoekster heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 30 april 2020 (bestreden besluit) van het college inzake de terugvordering van de in de vorm van een renteloze geldlening verstrekte bijstand op grond van artikel 47 van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 over de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 mei 2018 tot een totaalbedrag van
€ 4.960,60.
Het beroep is besproken op de zitting van de rechtbank in Breda op 24 september 2021. Hierbij waren aanwezig de gemachtigde van verzoekster en namens het college [naam vertegenwoordiger college] .
Bij brief van 28 oktober 2021 heeft het college de rechtbank laten weten dat de vordering waarop het beroep betrekking had is kwijtgescholden in het licht van de toeslagenaffaire.
Bij brief van 18 november 2021 heeft verzoekster vervolgens het beroep ingetrokken, met het verzoek om het college te veroordelen in de proceskosten.
Bij brief van 2 december 2021 heeft het college gereageerd op dit verzoek. Het college stelt zich op het standpunt dat het verzoek dient te worden afgewezen, omdat het beroep is ingetrokken wegens het ontbreken van procesbelang, de vordering op verzoekster niet is kwijtgescholden door een aan het college te wijten onrechtmatigheid en het bestreden besluit in die zin dan ook niet herzien is.
De rechtbank heeft, met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een behandeling van het verzoek ter zitting achterwege gelaten.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:75a, eerste lid, van de Awb kan de rechtbank, indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan veroordelen in de proceskosten.
2. De vraag die moet worden beantwoord, is of het college in dit beroep tegemoet is gekomen aan verzoekster. In dit beroep is het procesbelang komen te ontvallen, omdat het college in het licht van de toeslagenaffaire op grond van het Besluit Anticiperen op Verzamelwet hersteloperatie toeslagen van de gemeente Tilburg heeft besloten om de vordering waar dit beroep op ziet kwijt te schelden. Hiermee is van een tegemoetkoming door het college aan het beroep van verzoekster echter geen sprake. Het college heeft namelijk het in het verweerschrift ingenomen standpunt niet verlaten. Dat in het licht van de toeslagenaffaire gemeentebreed is besloten vorderingen van slachtoffers van die affaire – waaronder dus verzoekster – kwijt te schelden, maakt dit niet anders.
3. Uit het voorgaande volgt dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor vergoeding van de door verzoekster gemaakte proceskosten. Het verzoek daartoe zal dan ook worden afgewezen.

Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. V.M. Schotanus, rechter, in aanwezigheid van
mr. A.M. Pasmans, griffier, op 20 december 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij de rechtbank.