ECLI:NL:RBZWB:2021:6539
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in handhavingszaak tegen staalverwerkingsbedrijf
Op 21 december 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers, bewoners nabij een staalverwerkingsbedrijf, een voorlopige voorziening vroegen tegen het niet tijdig beslissen op hun handhavingsverzoeken. De verzoekers stelden dat het staalverwerkingsbedrijf in strijd met het bestemmingsplan opereert en ernstige geluidsoverlast veroorzaakt. Ze hadden eerder handhavende maatregelen verzocht, maar deze waren niet volledig gehonoreerd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noord Beveland. De rechtbank heeft het beroep van verzoekers versneld behandeld, maar oordeelde dat de gevraagde voorlopige voorziening te vergaand was. De voorzieningenrechter benadrukte dat de procedure voor voorlopige voorzieningen bedoeld is om in afwachting van de uitkomst van een bezwaar- of beroepsprocedure een maatregel te treffen, en dat er sprake moet zijn van onverwijlde spoed. De voorzieningenrechter concludeerde dat de verzoekers niet voldoende onderbouwd hadden dat hun gezondheidsklachten zo ernstig waren dat zij de uitkomst van de bodemprocedure niet konden afwachten. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, zonder dat er grond was voor een proceskostenveroordeling.