Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
- feit 1: heeft geprobeerd [naam 1] , werkzaam als politieagent, opzettelijk van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door rijdend in een auto op de auto waarin [naam 1] zat in te rijden;
- feit 2: zijn partner [naam 2] heeft mishandeld;
- feit 3: zijn partner [naam 2] heeft bedreigd;
- feit 4: [naam 3] , werkzaam als politieagent, heeft bedreigd;
- feit 5: [naam 3] en [naam 4] , beiden werkzaam als politieagent heeft beledigd.
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
- meldplicht bij de reclassering;
- opname in FPA de Mare of een soortgelijke zorginstelling;
- ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname);
- alcoholverbod en meewerken aan controle.
7.De vordering tot tenuitvoerlegging
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
een taakstraf van 180 uren, subsidiair 90 dagen vervangende hechtenis, waarvan 60 uren, subsidiair 30 dagen vervangende hechtenis, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaarden:
ten uitvoer zal worden gelegd, te weten een
taakstraf van 100 uren,
subsidiair 50 dagen hechtenis.