ECLI:NL:RBZWB:2021:6174
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen met gelijktijdige procedures bij verschillende rechtbanken
In deze zaak heeft de gecertificeerde instelling (GI) een verzoek ingediend bij de rechtbank Rotterdam voor verlenging van de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, terwijl de kinderrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant nog diende te beslissen op een eerder verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling. Dit leidde tot een situatie waarin twee verschillende rechtbanken tegelijkertijd procedures voerden over dezelfde kinderen, wat als zeer onwenselijk werd beschouwd door de kinderrechter van Zeeland-West-Brabant.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de GI haar verzoek in de onderhavige procedure heeft ingetrokken, waardoor er geen inhoudelijke beoordeling meer nodig was. De kinderrechter heeft het resterende deel van het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling afgewezen. De kinderrechter betreurde de gang van zaken, aangezien de rechtbank Rotterdam niet op de hoogte was gesteld van het feit dat de rechtbank Zeeland-West-Brabant nog een beslissing moest nemen op een deel van het verzoek.
De beslissing van de kinderrechter houdt in dat het resterende deel van het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarigen is afgewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken op 11 november 2021, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep, dat binnen drie maanden na de uitspraak moet worden ingediend bij het gerechtshof ’s-Hertogenbosch.