Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
2.Gronden
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende, die een 'men only'-sauna exploiteert, en de inspecteur van de Belastingdienst. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de uitspraak van de inspecteur over de op aangifte voldane omzetbelasting voor het tijdvak van 1 oktober 2017 tot en met 31 december 2017. De belanghebbende stelde dat het verlaagde btw-tarief van 6% van toepassing moest zijn op de entreeprijs, omdat de sauna faciliteiten voor ontspanning biedt, terwijl de inspecteur van mening was dat het algemene tarief van 21% van toepassing was, omdat de sauna ook gelegenheid biedt tot seksuele handelingen.
De rechtbank oordeelde dat de toegang tot de sauna en de faciliteiten voor seksuele handelingen als nevengeschikt moeten worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat de belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat de gemiddelde consument de prestatie hoofdzakelijk als het geven van gelegenheid tot het nemen van (sauna)baden zou zien. De rechtbank stelde vast dat het faciliteren van seksuele handelingen een essentieel onderdeel van de dienstverlening is en dat de toegang tot de sauna en de seksuele faciliteiten niet als afzonderlijke prestaties kunnen worden beschouwd. Daarom kon de belanghebbende geen aanspraak maken op het verlaagde btw-tarief.
De rechtbank verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond en wees het verzoek om vergoeding van immateriële schade af. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.