Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
2.Overwegingen
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst. De belanghebbende had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur, die op 20 november 2020 was gedaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende het beroepschrift te laat had ingediend, namelijk op 29 januari 2021, terwijl de beroepstermijn op 21 november 2020 was aangevangen en op 4 januari 2021 was geëindigd. De rechtbank oordeelde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, ondanks de persoonlijke omstandigheden van de belanghebbende, waaronder het overlijden van zijn vader in augustus 2020. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter K.S. Nandram, in aanwezigheid van griffier W.C.C. Koreman-de Bok, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.