ECLI:NL:RBZWB:2021:6080
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen beslissing op bezwaar inzake opgelegde boete door Orionis Walcheren
Op 26 november 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en het Dagelijks Bestuur van Orionis Walcheren. Eiseres had beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van Orionis van 17 oktober 2019, waarbij een boete van € 5.533,- was opgelegd. Na herziening van het besluit op 22 oktober 2020, werd de boete verlaagd naar € 907,-. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres geen gronden heeft aangevoerd tegen de verlaagde boete en dat het onderzoek ter zitting achterwege kon blijven op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelde dat het beroep kennelijk ongegrond was, omdat eiseres niet had gereageerd op de verzoeken om haar standpunt te verduidelijken. De rechtbank heeft Orionis veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 748,00, maar er was geen aanleiding voor vergoeding van het griffierecht, aangezien eiseres in een samenhangende procedure geen griffierecht had voldaan. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak binnen zes weken.