ECLI:NL:RBZWB:2021:5985
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schorsing van voorlopige hechtenis in verband met uitvaart
Op 25 november 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van een verdachte. Het verzoek was ingediend op 24 november 2021 en had als doel de verdachte in staat te stellen afscheid te nemen van haar overleden moeder. De rechtbank heeft het verzoek beoordeeld in het licht van de ernst van de feiten waarvoor de verdachte in voorlopige hechtenis is genomen. De officier van justitie en de raadsman hebben schriftelijk gereageerd op het verzoek, waarbij de rechtbank de spoedeisendheid van de situatie in acht heeft genomen.
De rechtbank erkende dat de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zwaarwegend zijn, maar oordeelde dat deze omstandigheden niet opwegen tegen de belangen van de samenleving en de noodzaak van toezicht. Het mortuarium waar de moeder van de verdachte zich bevond, was gelegen op Belgisch grondgebied, en de rechtbank concludeerde dat er geen adequate mogelijkheden waren voor toezicht door de autoriteiten in België. Hierdoor kon niet worden gegarandeerd dat de verdachte onder toezicht zou staan tijdens de schorsing.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen, met de overweging dat de belangen van de vrijheidsbeneming van de verdachte zwaarder wegen dan de persoonlijke omstandigheden die aan het verzoek ten grondslag lagen. Deze beslissing is genomen in raadkamer op 25 november 2021.