Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] , wonende te [woonplaats] ,
de heffingsambtenaar van de gemeente Breda,
Procesverloop
Overwegingen
.Hoewel zij een kaartje ontvingen, konden zij daaraan niet het vertrouwen ontlenen dat daarmee de parkeerbelasting ook daadwerkelijk was betaald. Daarop staat namelijk dat de transactie is afgebroken. Belanghebbenden hebben niet aannemelijk gemaakt dat het kaartje een betaald bedrag en een eindtijd van ongeveer 17:00 uur aangaf. Hoewel de rechtbank niet twijfelt aan de goede intenties van belanghebbenden, kan hun standpunt niet leiden tot vernietiging van de naheffingsaanslag. De verantwoordelijkheid voor de verschuldigdheid van parkeerbelasting ligt immers bij belanghebbenden als parkeerders. Uit het voorgaande volgt dat belanghebbenden hebben geparkeerd zonder parkeerbelasting te voldoen. Dit betekent dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd.