ECLI:NL:RBZWB:2021:5919
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting en de vraag of betaling is voldaan
In deze zaak heeft de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg aan belanghebbende een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd op 21 augustus 2020, omdat er geen parkeerbelasting was voldaan. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard in de uitspraak op bezwaar van 14 september 2020. Hierop heeft belanghebbende beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 10 november 2021 is de zaak behandeld, waarbij belanghebbende niet aanwezig was, ondanks een tijdige uitnodiging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de auto van belanghebbende op de betreffende datum en tijd op een betaalde parkeerplaats stond, maar dat er geen bewijs was dat de parkeerbelasting was voldaan. Belanghebbende stelde dat zij dacht dat zij had betaald, maar had geen parkeerkaartje ontvangen en de betaling was niet afgeschreven van haar bankrekening. De heffingsambtenaar betwistte dit en stelde dat de foto’s die belanghebbende had overgelegd niet de laatste stap van het betalingsproces toonden. De rechtbank oordeelde dat het de verantwoordelijkheid van belanghebbende was om te verifiëren of de betaling correct was verwerkt. De rechtbank concludeerde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd, omdat belanghebbende niet had aangetoond dat zij de verschuldigde parkeerbelasting had betaald. Het beroep werd ongegrond verklaard en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.