In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 november 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een omgevingsvergunning die door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen was verleend aan eiseres, een scheepswerf. De vergunning betrof onder andere voorschriften met betrekking tot geluidsemissies. Eiseres had beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, dat voorschriften bevatte voor de activiteit milieu, waaronder geluidsvoorschriften die aan de omgevingsvergunning waren verbonden. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in detail onderzocht, waaronder de aanvraag van eiseres voor een omgevingsvergunning, de ingediende zienswijzen, en de motivering van het college voor de opgelegde voorschriften. De rechtbank heeft vastgesteld dat het college in redelijkheid tot het stellen van de geluidsvoorschriften heeft kunnen besluiten, maar heeft ook enkele voorschriften vernietigd en gewijzigd. De rechtbank oordeelde dat de aan eiseres opgelegde geluidsvoorschriften niet onredelijk waren, maar dat er ruimte was voor aanpassingen in de voorschriften met betrekking tot het pneumatisch bikken en het gebruik van hellingmotoren. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd voor de betreffende voorschriften, en het college opgedragen het griffierecht aan eiseres te vergoeden. De proceskosten zijn vastgesteld op € 1.496,00.