ECLI:NL:RBZWB:2021:5832
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting en kosten van naheffing
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 november 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De belanghebbende, wonende te Tilburg, had bezwaar gemaakt tegen de ongegrond verklaarde naheffingsaanslag die was opgelegd door de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg. De naheffingsaanslag was opgelegd omdat de belanghebbende op 22 januari 2020 omstreeks 19:34 uur met zijn auto op een parkeerplaats in Tilburg stond, waar alleen tegen betaling van parkeerbelasting mocht worden geparkeerd. Tijdens een controle werd vastgesteld dat er geen parkeerbelasting was voldaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd, omdat de verschuldigde parkeerbelasting niet was betaald op het moment van controle. De rechtbank heeft ook overwogen dat de aanmaningskosten door de invorderingsambtenaar zijn kwijtgescholden, maar dit betekent niet dat de heffingsambtenaar de naheffingsaanslag heeft ingetrokken. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De kosten van de naheffingsaanslag zijn in overeenstemming met de gemeentelijke regelgeving en zijn niet te hoog vastgesteld. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch.