ECLI:NL:RBZWB:2021:5827
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting in Breda
Op 9 november 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin belanghebbende beroep had ingesteld tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting van de gemeente Breda. De naheffingsaanslag was opgelegd omdat belanghebbende op 2 oktober 2019 omstreeks 13:29 uur met zijn auto op een parkeerplaats aan de [straatnaam 1] in Breda stond, waar betaald parkeren geldt, maar geen parkeerbelasting had betaald. Belanghebbende betwistte de naheffingsaanslag en voerde aan dat hij niet goed bekend was met de parkeerregels in Breda en dat hij geen duidelijke signalering had gezien die hem op de verplichting tot betalen van parkeerbelasting wees. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar aannemelijk had gemaakt dat het voor parkeerders voldoende duidelijk was dat in de [straatnaam 1] parkeerbelasting moest worden voldaan. De rechtbank wees erop dat belanghebbende langs een parkeerzonebord was gereden en dat de gemeente niet verplicht is om op elke straathoek een herhalingsbord te plaatsen. De rechtbank volgde de interpretatie van belanghebbende van het bord met het logo van de parkeerautomaat niet en concludeerde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd. Het beroep van belanghebbende werd ongegrond verklaard en er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken.