ECLI:NL:RBZWB:2021:5825
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting en bewijsvoering
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 november 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De heffingsambtenaar van de gemeente Breda had op 15 september 2020 het bezwaar van de belanghebbende tegen de opgelegde naheffingsaanslag ongegrond verklaard. De belanghebbende, die niet op de zitting verscheen, stelde dat zijn zoon de parkeerbelasting had voldaan, maar kon geen bewijs overleggen. De heffingsambtenaar voerde aan dat er geen aanmelding van het kenteken bij het parkeerautomaat was geconstateerd, wat door de rechtbank werd bevestigd. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar voldoende bewijs had geleverd dat de verschuldigde parkeerbelasting niet was voldaan. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch.