ECLI:NL:RBZWB:2021:5824
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting na aanrijding
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 november 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de uitspraak van de heffingsambtenaar van de gemeente Breda, die op 2 oktober 2020 het bezwaar ongegrond had verklaard. De belanghebbende stelde dat hij op het moment van de controle geen parkeerbelasting had betaald omdat hij betrokken was bij een aanrijding en bezig was met het invullen van een schadeformulier. De controle vond plaats op 27 augustus 2020 om 12:37 uur, terwijl de belanghebbende pas om 12:58 uur de parkeerapp inschakelde. De rechtbank oordeelde dat de belasting verschuldigd was bij aanvang van het parkeren en dat de omstandigheden van de aanrijding geen aanleiding gaven voor coulance. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch.