ECLI:NL:RBZWB:2021:5797

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 november 2021
Publicatiedatum
12 november 2021
Zaaknummer
AWB- 21_4016
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de rechtbank inzake beroep tegen nota archeologisch onderzoek

Op 11 november 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak waarbij eiser, wonende in [plaatsnaam], beroep heeft ingesteld tegen een nota van de gemeente Breda van 19 juli 2021. Deze nota betreft kosten voor archeologisch onderzoek in een plangebied aan [adres] te [plaatsnaam]. De rechtbank heeft vastgesteld dat zij kennelijk onbevoegd is om van het beroepschrift kennis te nemen, zoals mogelijk gemaakt door artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank legt uit dat een belanghebbende enkel beroep kan instellen tegen een besluit, zoals gedefinieerd in artikel 1:3 van de Awb. De nota van de gemeente Breda wordt niet als een besluit beschouwd, omdat het niet voldoet aan de voorwaarden voor een publiekrechtelijke rechtshandeling en geen rechtsgevolg heeft. Hierdoor is de rechtbank niet bevoegd om het beroep te behandelen. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien zij het niet eens zijn met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 21/4016

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 november 2021 in de zaak van

[naam eiser] , uit [plaatsnaam] , eiser.

Procesverloop

Eiser heeft beroep ingesteld tegen de nota van de gemeente Breda van 19 juli 2021 inzake het archeologisch onderzoek plangebied [adres] te [plaatsnaam] .

Overwegingen

Omdat de rechtbank kennelijk onbevoegd is om van het beroepschrift kennis te nemen, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom zij onbevoegd is om van het beroepschrift kennis te nemen.
Een belanghebbende kan tegen een besluit beroep instellen bij de rechtbank. Dit staat in artikel 8:1 van de Awb.
In artikel 1:3, eerste lid, van de Awb staat uitgelegd wat onder een besluit wordt verstaan. Een besluit is een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.
Eiser heeft beroep ingesteld omdat hij het niet eens is met de nota van de gemeente Breda van 19 juli 2021 voor de kosten van archeologisch onderzoek plangebied [adres] te [plaatsnaam] . Naar het oordeel van de rechtbank is de nota van de gemeente Breda van 19 juli 2021 geen besluit. Er is niet voldaan aan de voorwaarden die gelden voor het aannemen van een besluit. De nota betreft geen publiekrechtelijke rechtshandeling van een bestuursorgaan en geeft publiekrechtelijk geen rechtsgevolg.
De rechtbank is daarom onbevoegd om van het beroepschrift kennis te nemen.
Overigens is het de rechtbank niet duidelijk hoe de nota van 19 juli 2021 zich verhoudt met de Verordening op de heffing en invordering van de leges 2021 van de gemeente Breda en de daarin vastgestelde regels over het heffen van leges voor omgevingsvergunningen.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart zich onbevoegd.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, rechter, in aanwezigheid van D. Alblas, griffier, op 11 november 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De griffier is niet in de gelegenheid om de uitspraak te ondertekenen.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.