Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 november 2021 in de zaak tussen
[naam eiseres] , te [plaatsnaam] , eiseres
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sluis, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Standpunten van partijen
regelmatignoodzakelijk is. Door gehele verwijdering van het bos en jonge aanplant wordt de kwekerij in feite opnieuw opgericht. De boomkwekerij op het nieuwe deel van het perceel ten zuidwesten van de woning staat er korter dan een jaar. Ook hier heeft dus geen
regelmatigonderhoud en beheer plaatsgevonden. De aanlegvergunningplicht uit artikel 8.6.1 van de bestemmingsplanregels is dus van toepassing. Een ander standpunt zou het vergunningenstelsel zinledig maken en dat zou betekenen dat de doelstelling om de aanwezige landschapswaarden te beschermen, wordt doorkruist. Nu belanghebbende bomen rooit en plant zonder vergunning, handelt hij in strijd met artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo en dient het college handhavend op te treden.
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
6. Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- vernietigt voorts het besluit van 6 mei 2020 tot weigering van de omgevingsvergunning;
- herroept het besluit van 11 maart 2020;
- draagt het college op binnen 6 weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op de bezwaren tegen de omgevingsvergunning;
- draagt het college op binnen 10 weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt het college op het betaalde griffierecht van € 354,00 aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van