ECLI:NL:RBZWB:2021:5593

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 november 2021
Publicatiedatum
4 november 2021
Zaaknummer
AWB- 21_3486
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht

Op 4 november 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiseres, woonachtig in [plaatsnaam], en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. Eiseres had beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van verweerder, gedateerd 8 juli 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiseres het verschuldigde griffierecht van € 49,- niet tijdig heeft betaald. De griffier had eiseres per aangetekende brief op 13 september 2021 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen vier weken te voldoen, maar eiseres heeft hieraan geen gehoor gegeven en geen verontschuldiging voor het verzuim gegeven. Hierdoor kon de rechtbank niet anders dan het beroep niet-ontvankelijk verklaren. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 21/3486

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 november 2021 in de zaak tussen

[naam eiseres] , uit [plaatsnaam] , eiseres,

(gemachtigde: mr. D. Rezaie),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 8 juli 2021 (het bestreden besluit) beroep ingesteld.

Overwegingen

Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 49,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
De griffier heeft bij aangetekend verzonden brief van 13 september 2021 eiseres in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief.
Eiseres heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
Eiseres heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.
Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig, rechter, in aanwezigheid van
C.J.M. Hendrickx, griffier, op 4 november 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.