ECLI:NL:RBZWB:2021:5582
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaak inzake omzettingsvergunning
Op 4 november 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een verzoekster en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. De verzoekster had op 30 juni 2021 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door verweerder op haar bezwaar tegen de verleende omzettingsvergunning voor een pand in Tilburg. Verweerder had op 24 juni 2021 op het bezwaarschrift beslist, maar verzoekster trok haar beroep in en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld te reageren op dit verzoek. Verweerder heeft aangegeven dat het verzoek kan worden toegewezen met een wegingsfactor van 0,25, gezien het lichte gewicht van de zaak.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. De rechtbank oordeelt dat verweerder tegemoet is gekomen aan het beroep van verzoekster en heeft het verzoek als kennelijk gegrond toegewezen. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoekster, die zijn vastgesteld op € 374,-, rekening houdend met de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin geschillen over het uitblijven van een besluit als licht worden beschouwd. Daarnaast is verweerder verplicht om het door verzoekster betaalde griffierecht van € 181,- te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Verzoekster is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak, binnen 6 weken na verzending.