Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 november 2021 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Feiten en omstandigheden
Procesbelang
Conclusie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 4 november 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen meerdere eisers en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom. De eisers, die zich verzetten tegen de weigering van het college om handhavend op te treden tegen overtredingen van het vrachtwagenverbod en het uitstellen van de aanpak van de kruispunten van de centrumring, hebben beroep ingesteld tegen het besluit van 10 september 2020. Dit besluit verklaarde hun bezwaren niet-ontvankelijk. Tijdens de zitting op 23 september 2021 hebben de eisers hun standpunten toegelicht, waarbij zij stelden dat het vrachtverkeer in het centrumgebied structureel de regels overtrad en dat het college niet bevoegd was om handhavend op te treden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers onvoldoende procesbelang hebben bij een inhoudelijke beoordeling van hun gronden, aangezien de problemen met de kruispunten en het vrachtverkeer inmiddels zijn opgelost. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de eisers hun bezwaren en motivering voor het beroep handhaafden, zij feitelijk geen concreet doel meer konden bereiken. Daarom heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard, zonder dat er een proceskostenveroordeling volgde. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.