ECLI:NL:RBZWB:2021:5513

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 oktober 2021
Publicatiedatum
2 november 2021
Zaaknummer
C/02/ 391027 / HA RK 21-226
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
  • Peters
  • Zander
  • De Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek van een rechter-plaatsvervanger in een belastingzaak

Op 28 oktober 2021 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen op het verschoningsverzoek van mr. [voorletters] Soltysik, rechter-plaatsvervanger. Het verzoek tot verschoning werd ingediend naar aanleiding van een brief van de inspecteur van de Belastingdienst, waarin werd verzocht om wijziging van de samenstelling van de belastingkamer. De inspecteur stelde dat de rechter werkzaam was bij het belastingadvieskantoor Fiscount, waar de gemachtigde van de belanghebbende, mr. R.J.H. Klinkeberg, ook werkzaam is. Om elke schijn van partijdigheid te vermijden, verzocht de rechter om verschoning.

De rechtbank oordeelde dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, maar dat uitzonderlijke omstandigheden kunnen wijzen op een mogelijke vooringenomenheid. In dit geval heeft de rechter voldoende argumenten aangedragen om het verzoek tot verschoning te onderbouwen. De rechtbank concludeerde dat het verzoek terecht was ingediend en dat de schijn van partijdigheid vermeden moest worden. Daarom werd het verzoek toegewezen, wat betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen.

De beslissing werd genomen in raadkamer en de rechtbank heeft bepaald dat het proces in de hoofdzaak voortgezet wordt in de stand waarin het zich bevond op het moment van indienen van het verschoningsverzoek. Tevens is bepaald dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan de betrokken partijen en de teamvoorzitter van de rechter.

Uitspraak

Rechtbank zeeland-west-brabant

Verschoningskamer
Verschoningsnummer:
Zaaknummer: 18/2376
Beslissing van 28 oktober 2021
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
mr. [voorletters] Soltysik,
rechter-plaatsvervanger in de rechtbank Zeeland-West-Brabant,
hierna de rechter,
belast met de behandeling van de hoofdzaak met kenmerk 18/2376:
[belanghebbende] , belanghebbende,
gemachtigde: mr. R.J.H. Klinkeberg, Fiscount Juristen,
vs.
de inspecteur van de Belastingdienst,
gemachtigde: mr. M.A. Lucius.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verschoningsverzoek van de rechter van 21 oktober 2021.
1.2.
Een verschoningsverzoek hoeft, anders dan een wrakingsverzoek, niet ter terechtzitting te worden behandeld. Het verzoek is daarom niet ter zitting behandeld.

2.Het verschoningsverzoek

2.1.
De rechter heeft het verschoningsverzoek op het volgende gebaseerd.
Na bekendmaking van de samenstelling van de belastingkamer op 6 oktober 2021 aan partijen heeft de inspecteur via een brief van 12 oktober 2021 verzocht om de samenstelling te wijziging omdat de rechter werkzaam zou zijn bij het belastingadvieskantoor, Fiscount, van de gemachtigde.
De rechter is rechter-plaatsvervanger en als BTW-specialist werkzaam bij BTW Nederland B.V. BTW Nederland B.V. wordt door Fiscount ingeschakeld voor het verlenen van BTW-advies aan cliënten van Fiscount. Om iedere schijn van vooringenomenheid van partijdigheid te vermijden verzoekt zij om verschoning.

3.De beoordeling

3.1.
Uitgangspunt is dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Uitzonderlijke omstandigheden kunnen een aanwijzing opleveren dat een rechter ten opzichte van een partij vooringenomen is of dat daarvoor een terechte vrees bestaat. Ook de uiterlijke schijn kan daarbij een rol spelen.
3.2.
Gelet op hetgeen de rechter heeft aangevoerd, is het verschoningsverzoek terecht ingediend. Zo wordt de schijn van partijdigheid vermeden. Het verzoek zal dus worden toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen.

4.De beslissing

De verschoningskamer:
4.1.
wijst het verzoek tot verschoning toe;
4.2.
bepaalt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat verschoningsverzoek werd ingediend;
4.3.
beveelt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan:
* de rechter;
* de teamvoorzitter van het team waarin de rechter werkzaam is;
* alle in de aanhef van deze uitspraak genoemde betrokken partijen.
Deze beslissing is genomen in raadkamer op 28 oktober 2021 door mr. Peters,
mr. Zander en mr. De Roos, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier,
mr. Rockx.