Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
wonende te [adres verdachte] ,
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
Feit 2 kan wettig en overtuigend worden bewezen, nu bij de insluitingfouillering onder verdachte een boksbeugel is aangetroffen.
tetrappen/schoppen en tegen de neus, te slaan/stompen;
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partij
8.De vordering tot tenuitvoerlegging
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan het met parketnummer 02-189519-21 onder 1 tenlastegelegde feit;
een gevangenisstraf van 13 (dertien) maanden, waarvan 8 (acht) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (twee) jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaarden:
dadelijk uitvoerbaarzijn;
ten uitvoer zal worden gelegd, te weten
een gevangenisstraf van 5 (vijf) weken;
verlengt de proeftijd met één jaar;
€ 1.707,29, waarvan
€ 957,29 aan materiële schadeen
€ 750,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 1 juli 2021 tot aan de dag der voldoening;
€ 1.707,29, te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 1 juli 2021 tot aan de dag der voldoening;
niet betaling 27 (zevenentwintig) dagen gijzelingkan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;