Op 26 oktober 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een beginnend bestuurder die betrokken was bij een verkeersongeval op 2 juli 2020 te Heijningen, gemeente Moerdijk. De verdachte, die met een snelheid van ongeveer 130 kilometer per uur reed waar 100 kilometer per uur was toegestaan, heeft een andere auto, bestuurd door getuige [Getuige 1], geraakt. Dit leidde tot een ernstig ongeval waarbij de passagier van de verdachte, [Slachtoffer], zwaar lichamelijk letsel opliep, waaronder gebroken ribben en een klaplong. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) door onvoorzichtig en onoplettend rijgedrag te vertonen.
Tijdens de zitting op 12 oktober 2021 heeft de officier van justitie, mr. C. de Pagter, de verdachte aangeklaagd, terwijl de verdediging betoogde dat de botsing mogelijk was veroorzaakt door een stuurbeweging van [Getuige 1]. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verdachte, door zijn snelheid en rijgedrag, een hoge mate van schuld heeft en dat de verdediging niet voldoende bewijs heeft geleverd voor hun stelling.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren en een voorwaardelijke rijontzegging van 24 maanden met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van het feit, de gevolgen voor het slachtoffer en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die spijt heeft betuigd en een stabiel leven leidt. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.