ECLI:NL:RBZWB:2021:5387
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op Wob-verzoek
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 25 oktober 2021, wordt het beroep van eiser behandeld tegen de gedeputeerde staten van de provincie Zeeland. Eiser heeft een verzoek ingediend op 28 mei 2021 om documenten te verkrijgen op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Eiser stelt dat verweerder niet tijdig heeft beslist op zijn verzoek. De rechtbank heeft besloten het beroep versneld te behandelen en heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet nodig was.
De rechtbank overweegt dat als een bestuursorgaan niet tijdig beslist, de betrokkene een ingebrekestelling moet sturen. Eiser heeft echter geen ingebrekestelling verstuurd, wat betekent dat zijn beroep niet-ontvankelijk is. Eiser voert aan dat hij geen ingebrekestelling nodig had, maar de rechtbank is van mening dat dit wel vereist is volgens artikel 6:12 van de Awb. Aangezien eiser niet aan deze vereiste heeft voldaan, kan de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordelen.
De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.