Op 21 oktober 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlening van een omgevingsvergunning voor een pluimveehouderij. Verzoeker, die bezwaar had gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goirle, vroeg om een voorlopige voorziening. Het college had op 5 januari 2021 een omgevingsvergunning verleend aan vergunninghoudster voor het wijzigen van het ventilatiesysteem en het realiseren van ionisatielampen in bestaande stallen. Verzoeker, wonende nabij de inrichting, stelde dat het college ten onrechte gebruik had gemaakt van zijn bevoegdheid om af te wijken van de maximale emissiewaarden voor ammoniak en fijnstof. Tijdens de zitting op 7 oktober 2021 werd het verzoek om voorlopige voorziening behandeld. De voorzieningenrechter oordeelde dat het college de belangen van vergunninghoudster en de omwonenden in redelijkheid had afgewogen. De voorzieningenrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om voorlopige voorziening af, waarbij hij concludeerde dat de argumenten van het college voldoende gemotiveerd waren. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 21 oktober 2021.