ECLI:NL:RBZWB:2021:5271
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake omgevingsvergunning voor rijbakoverkapping
Op 18 oktober 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekers, bestaande uit [naam verzoekers 1], [naam verzoeker 2] en [naam verzoeker 3], hebben bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda, dat op 22 september 2021 een omgevingsvergunning heeft verleend voor het bouwen van een rijbakoverkapping op een perceel aan [adres perceel] te [plaats perceel]. De verzoekers hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening, omdat de derde partij al was begonnen met de bouw van de overkapping.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat bij het nemen van een beslissing op een verzoek om voorlopige voorziening een voorlopig oordeel over de rechtmatigheid van het bestreden besluit een belangrijke rol speelt. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de overkapping door verweerder terecht is aangemerkt als een bouwwerk, geen gebouw zijnde. Verzoekers hebben betoogd dat de overkapping, gezien de afmetingen en de constructie, als een gebouw moet worden aangemerkt, maar de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de openheid van de overkapping en de constructie van het hekwerk dit niet rechtvaardigen.
Daarnaast hebben verzoekers aangevoerd dat de bouw van de overkapping significante stikstofemissies met zich meebrengt, maar de voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de extra vrachtwagenbewegingen voor de aanvoer van bouwmaterialen geen significante gevolgen hebben voor de omliggende Natura 2000-gebieden. Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en verklaard zich onbevoegd, zonder dat er aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.