ECLI:NL:RBZWB:2021:5236
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake kinderopvangtoeslag door termijnoverschrijding
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 14 oktober 2021, is het beroep van eiser tegen het besluit van de Belastingdienst/Toeslagen niet-ontvankelijk verklaard. Eiser had op 17 mei 2021 beroep ingesteld tegen het besluit van 5 april 2021, waarin was vastgesteld dat de aanvraag voor kinderopvangtoeslag niet eerder kon ingaan dan 1 november 2020. De rechtbank constateerde dat het beroepschrift niet binnen de wettelijke termijn was ingediend, zoals voorgeschreven in de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank wees erop dat de griffier eiser op 8 juni 2021 had geïnformeerd over de termijnoverschrijding en de mogelijkheid bood om deze te verklaren. Eiser stelde dat de vertraging was veroorzaakt door vakanties en Pinksteren, maar de rechtbank oordeelde dat deze redenen niet voldoende waren om de termijnoverschrijding als verschoonbaar te beschouwen. De rechtbank benadrukte dat termijnen van bezwaar en beroep van openbare orde zijn en dat hierop niet kan worden afgeweken, tenzij er zeer bijzondere omstandigheden zijn.
Uiteindelijk concludeerde de rechtbank dat het beroepschrift, dat op 26 mei 2021 was ontvangen, niet tijdig was ingediend. De rechtbank verklaarde het beroep kennelijk niet-ontvankelijk zonder verdere behandeling ter zitting. Deze beslissing is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken.