ECLI:NL:RBZWB:2021:5212

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 oktober 2021
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
AWB- 21_2771
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake kosten medische behandeling door gemeente

Op 13 oktober 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen. De eiser had op 28 juni 2021 beroep ingesteld met het verzoek om de gemeente Terneuzen te verplichten de kosten van zijn medische behandeling te betalen en een schadevergoeding te verstrekken vanwege het uitblijven van die behandeling. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er geen besluit van het bestuursorgaan was waartegen het beroep kon worden ingesteld. Dit is in strijd met artikel 6.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat bepaalt dat bezwaar en beroep alleen mogelijk zijn tegen besluiten van bestuursorganen.

De rechtbank heeft eiser in een brief van 5 juli 2021 gewezen op het ontbreken van een besluit en hem de gelegenheid geboden om dit verzuim te herstellen. Eiser heeft in zijn brief van 9 juli 2021 aangegeven dat hij geen beslissing van de gemeente Terneuzen heeft ontvangen en dat hij zijn beroepschrift rechtstreeks naar de rechtbank heeft gestuurd. De rechtbank heeft echter niet kunnen vaststellen dat eiser een aanvraag heeft gedaan in de zin van artikel 1.3 van de Awb, waarop nog geen beslissing is gevolgd.

Aangezien er geen besluit van het college of een ander bestuursorgaan ligt, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep van eiser kennelijk niet-ontvankelijk is. De uitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer BRE 21/2771 ONBEK

uitspraak van 13 oktober 2021 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiser], wonende te [plaatsnaam], eiser,

en
het college van burgemeester en wethouder van de gemeente Terneuzen, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft op 28 juni 2021 beroep ingesteld om te bewerkstelligen dat de gemeente Terneuzen de kosten van zijn medische behandeling betaald en een (schade)vergoeding vanwege het uitblijven van die medische behandeling.
De rechtbank heeft vervolgens toepassing gegeven aan artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), zodat een behandeling ter zitting achterwege is gebleven.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 6.4 van Awb kan bezwaar en vervolgens beroep alleen ingesteld worden tegen een besluit van een bestuursorgaan. Uit het door eiser ingediende beroepschrift is de rechtbank niet gebleken met welk besluit eiser het niet eens is. Evenmin heeft eiser een kopie van het besluit bijgevoegd. De griffier heeft eiser bij brief van 5 juli 2021 erop gewezen dat deze niet had voldaan aan de verplichting tot het overleggen van een afschrift van het besluit en heeft daarbij de gelegenheid geboden het verzuim te herstellen binnen de in de brief gestelde termijn.
2. Eiser geeft in zijn brief van 9 juli 2021 aan dat hij geen beslissing heeft ontvangen van de gemeente Terneuzen. De rechtbank begrijpt dat hij zijn beroepschrift van 28 juni 2021 rechtstreeks naar de rechtbank heeft gestuurd, naast en/of in aanvulling op de verschillende beroepsprocedures die hij al bij de rechtbank heeft lopen. Eiser meldt ook dat hij enkele brieven heeft geschreven naar de gemeente zonder reactie. Het is de rechtbank echter niet gebleken dat eiser een aanvraag heeft gedaan in de zin van artikel 1.3 van de Awb, waarop nog geen beslissing is gevolgd.
3. Nu er geen besluit ligt van het college of een ander bestuursorgaan is het beroep van eiser bij de bestuursrechter kennelijk niet-ontvankelijk.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig, rechter, in aanwezigheid van H.D. Sebel, griffier, op 13 oktober 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de datum van verzending verzet worden gedaan bij de rechtbank.