5.2Eiser heeft tegen het medisch oordeel van het UWV aangevoerd dat er onvoldoende aandacht is voor de progressieve pijnklachten, waarvoor zowel Mensendieck als Caesartherapie geen verlichting konden brengen. Als gevolg daarvan is eiser doorverwezen naar pijnbestrijding.
Volgens eiser miskent de verzekeringsarts ten onrechte een onderliggend organisch substraat dat tot een objectiveerbare verslechtering van de nekklachten heeft geleid. De al langer bestaande klachten verklaren op zich al voldoende de pijn van eiser, terwijl ook de huisarts de progressief verlopende nekklachten noemt met de functiebeperkende pijn en de vermindering van de nekfunctie.
Verder wijst eiser erop dat de huisarts twee maal daags 5mg Oxycodon heeft voorgeschreven en dat pijnspecialist [naam pijnspecialist] in april 2018 heeft gesteld dat dit gebruik gecontinueerd moet worden. Waar het UWV de reductie naar eenmaal daags 5mg vandaan haalt is eiser onduidelijk.
Ook gaat de verzekeringsarts voorbij aan de ontsteking in de buik op de datum in geding. Door die ontsteking had eiser voortdurend last van diarree en dus moet hij voortdurend een toilet vlakbij hebben.
De pijn zorgt ook voor slaapgebrek en daarmee voor een slecht geheugen en mindere concentratie. Verder had eiser op 31 augustus 2018 een longaandoening waarvoor hij behandeld moest worden. Hiervoor ontbreken ten onrechte beperkingen.
Er zijn onvoldoende beperkingen aangenomen op het gebied van persoonlijk en sociaal functioneren. Verder geldt dit ook ter zake aanpassingen aan fysieke omgevingseisen dynamische handelingen en statische handelingen. Gelet op eisers klachten had de arbeidsdeskundige met de verzekeringsarts moeten overleggen over het gebogen actief zijn in de functie productiemedewerker, ook al is eiser daarvoor niet beperkt.
Met de beoordeling door de arbeidsdeskundige in de functie medewerker tuinbouw met betrekking tot 60 minuten 30 graden naar beneden kijken en boven schouderhoogte actief zijn in de functie wikkelaar, begeeft de arbeidsdeskundige zich volgens eiser op het terrein voor de verzekeringsarts. Dat vindt hij onzorgvuldig nu overleg tussen die twee functionarissen ontbreekt. De geduide functies zijn ongeschikt.
In het door eiser ingestuurde medisch advies van 8 juni 2020 concludeert verzekeringsarts en medisch adviseur [naam medisch adviseur] dat er argumenten zijn die kunnen wijzen op een verstoorde energiebalans, namelijk chronische longklachten met kortademigheid bij inspanning, een wat verstoorde slaap als gevolg van pijn van de nek en sederende medicatie in combinatie met een verminderde leverfunctie. Ankersmit ziet in het dagverhaal bij eigen onderzoek bevindingen die dit ondersteunen. Bij het UWV komen deze aspecten bij anamnese en weging onvoldoende naar voren waardoor afwijzing van een urenbeperking onvoldoende navolgbaar of inzichtelijk is.
Deze verzekeringsarts meldt verder dat de medicatie kan leiden tot een verminderd reactievermogen en verminderde concentratie en dat in literatuur geen duidelijke vermelding van dosering wordt gemaakt waarbij dit pas plaats zou vinden zoals aangegeven door verzekeringsartsen van het UWV. Bovendien kunnen leverfunctiestoornissen van eiser hier ook negatief op van invloed zijn.
Bij nekklachten kan volgens [naam medisch adviseur] ook een beperking worden gegeven voor het hoofd in een bepaalde stand houden tijdens het werk. Er zijn enige aanwijzingen voor dat dit wellicht ook een beperking is, maar omdat er geen eigen lichamelijk onderzoek verricht kon worden, kan de medisch adviseur dit niet met volledige zekerheid zeggen.
Samenvattend stelt [naam medisch adviseur] “Er zijn een aantal argumenten voor een verstoorde energiebalans zoals omschreven in bespreking en conclusie. Daarnaast zijn er ook argumenten die pleiten voor beperkingen als gevolg van medicatie gebruik zoals hierboven omschreven.
Een beperking met betrekking tot het houden van het hoofd in een bepaalde stand kan overwogen worden bij dergelijke nekklachten.”.
In de rapportage van 29 september 2020 heeft verzekeringsarts b&b [naam verzekeringsarts] na bestudering van de rapportage van verzekeringsarts [naam medisch adviseur] gesteld dat het primair dagverhaal geen evidente verschraling van het activiteitenniveau laat zien, zoals de medisch adviseur stelt. Het dagverhaal waar de medisch adviseur zich op baseert laat [naam verzekeringsarts] buiten beschouwing omdat het niet ziet op de datum hier in geding.
Verder laat het huisarts journaal rond de datum in geding geen belemmerende energetische klachten door slaapproblemen, longproblemen of medicatie zien. Daarbij wijst de verzekeringsarts b&b er op dat de switch (verhoging) naar 10mg morfine, zo nodig 2 maal daags, volgens dat journaal pas na de datum in geding plaats vindt.
De longarts heeft het na onderzoek over ‘luchtwegklachten met wat beperkte longfunctie’, waarbij geen verandering van beleid volgt.
Eiser viel uit met nekklachten na een auto-ongeval en niet met energetische klachten door longproblematiek. Niets wijst er volgens de verzekeringsarts b&b op dat dit is veranderd. Gelet op de in de FML al opgenomen fysieke beperkingen acht de verzekeringsarts b&b aanvullende beperking in duurbelastbaarheid niet aan de orde. Mede gelet op de al bestaande beperking voor eiser voor beroepsmatig autorijden is ook de mogelijke invloed van medicatie ondervangen. Het huisarts journaal rond de datum in geding geeft geen blijk van bijwerkingen van medicatie.
Bij het in het voor eiser voorgeschreven gebruik van Amitryptiline en Oxycodon wordt het autorijden alleen in de eerste week, respectievelijk de eerste twee weken ontraden.
Voor de voorgestelde beperking van het houden van het hoofd in een bepaalde stand ziet de verzekeringsarts b&b geen gemotiveerde onderbouwing en wijst er op dat eiser al is beperkt in hoofdbewegingen.
Ook overigens ziet de verzekeringsarts b&b geen aanleiding tot komen tot wijziging van het medisch standpunt naar aanleiding van de rapportage van medische adviseur [naam medisch adviseur] .