ECLI:NL:RBZWB:2021:5136
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake bijzondere bijstand
In deze zaak heeft verzoekster bezwaar gemaakt tegen het besluit van 3 september 2021 van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland, waarin bijzondere bijstand werd geweigerd. Verzoekster heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter, mr. C.E.M. Marsé, heeft op 11 oktober 2021 uitspraak gedaan in deze zaak.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien onverwijlde spoed dat vereist. De griffier heeft verzoekster op 30 september 2021 verzocht om het spoedeisend belang nader toe te lichten, maar verzoekster heeft niet binnen de gestelde termijn gereageerd. Hierdoor is onvoldoende gebleken dat er sprake is van een spoedeisend belang.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de voorlopige voorzieningenprocedure bedoeld is om in afwachting van de uitkomst van een bezwaar- of beroepsprocedure een voorlopige maatregel te treffen. Aangezien verzoekster geen toelichting heeft gegeven op het spoedeisend belang, heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.