ECLI:NL:RBZWB:2021:5136

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
12 oktober 2021
Publicatiedatum
12 oktober 2021
Zaaknummer
AWV- 21_4097VV
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake bijzondere bijstand

In deze zaak heeft verzoekster bezwaar gemaakt tegen het besluit van 3 september 2021 van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland, waarin bijzondere bijstand werd geweigerd. Verzoekster heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter, mr. C.E.M. Marsé, heeft op 11 oktober 2021 uitspraak gedaan in deze zaak.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien onverwijlde spoed dat vereist. De griffier heeft verzoekster op 30 september 2021 verzocht om het spoedeisend belang nader toe te lichten, maar verzoekster heeft niet binnen de gestelde termijn gereageerd. Hierdoor is onvoldoende gebleken dat er sprake is van een spoedeisend belang.

De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de voorlopige voorzieningenprocedure bedoeld is om in afwachting van de uitkomst van een bezwaar- of beroepsprocedure een voorlopige maatregel te treffen. Aangezien verzoekster geen toelichting heeft gegeven op het spoedeisend belang, heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 21/4097 PW VV

uitspraak van 11 oktober 2021 van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam verzoekster] , te [Woonplaats] , verzoekster,

gemachtigde: mr. N. Talhaoui,
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland,verweerder.

Procesverloop

Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 3 september 2021 (bestreden besluit) van het college inzake de weigering bijzondere bijstand toe te kennen. Zij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is een zitting achterwege gebleven.
1. Op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Awb kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat de voorlopige voorzieningenprocedure is bedoeld om in afwachting van de uitkomst van een bezwaar- of beroepsprocedure een voorlopige maatregel te treffen. Daarom speelt bij de beoordeling van een verzoek om voorlopige voorziening de spoedeisendheid een belangrijke rol.
2. De griffier heeft bij brief van 30 september 2021 aan verzoekster gevraagd het spoedeisend belang nader toe te lichten. Verzoekster heeft niet binnen de gestelde termijn gereageerd.
Omdat verzoekster geen toelichting heeft gegeven, is onvoldoende gebleken dat er sprake is van een spoedeisend belang. Het verzoek zal dan ook worden afgewezen.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.E.M. Marsé, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.J.M. van Hees, griffier, op 11 oktober 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.