ECLI:NL:RBZWB:2021:5115
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake sluiting garageboxen wegens hennepteelt
Op 11 oktober 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, eigenaar en verhuurder van garageboxen, bezwaar maakte tegen besluiten van de burgemeester van Tilburg. Deze besluiten, genomen op 11 augustus 2021, verplichtten verzoeker om de garageboxen te sluiten voor een periode van zes maanden, omdat in de boxen voorwerpen en stoffen waren aangetroffen die bestemd waren voor hennepteelt en -handel, in strijd met artikel 11a van de Opiumwet. Verzoeker stelde dat de sluiting zou leiden tot aanzienlijke financiële schade, aangezien hij afhankelijk is van de huurinkomsten van de garageboxen. Hij voerde aan dat hij gepensioneerd is en dat de sluiting zijn inkomsten zou verminderen.
De voorzieningenrechter overwoog dat een financieel belang op zichzelf niet voldoende is voor het treffen van een voorlopige voorziening. Er moest sprake zijn van een dreigende financiële noodsituatie, wat verzoeker niet aannemelijk had gemaakt. De rechter merkte op dat verzoeker huurinkomsten genereert uit meerdere bronnen, waaronder de verhuur van 15 garageboxen en andere panden, en dat het mislopen van de huur van twee garageboxen niet substantieel zou zijn voor zijn totale inkomen.
Daarnaast oordeelde de voorzieningenrechter dat er geen evident onrechtmatige besluiten waren, aangezien verzoeker niet had betwist dat in de garageboxen verboden voorwerpen waren aangetroffen. De rechter concludeerde dat verzoeker de uitkomst van de hoofdzaak kon afwachten en wees de verzoeken om voorlopige voorziening af. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.