Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Feiten
2.Spoedeisend belang
3.Kader voor beoordeling verzoek
Wet- en regelgeving
5.Beoordeling
eventueelverlenen van een omgevingsvergunning voor de opslag van TGG in loods A.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 oktober 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening van Bulk Terminal Zeeland B.V. tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlissingen. Bulk Terminal Zeeland B.V. had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 7 juli 2021, waarbij het college een last onder dwangsom had opgelegd wegens de opslag van thermisch gereinigde grond (TGG) zonder de vereiste omgevingsvergunning. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster buiten de vergunde inrichtingsgrenzen 55.000 ton TGG had opgeslagen, wat in strijd is met artikel 2.1 van de Wabo. Tijdens de zitting op 24 september 2021 heeft verzoekster bevestigd dat er nog 53.000 ton TGG op het perceel M1620 opgeslagen ligt. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er voldoende spoedeisend belang is bij het treffen van een voorlopige voorziening, maar dat het college bevoegd was om handhavend op te treden. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen concreet zicht op legalisatie was en dat de begunstigingstermijn van vier weken voor het verwijderen van de TGG niet te kort was. Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat het bestreden besluit naar verwachting in bezwaar stand zal houden.