ECLI:NL:RBZWB:2021:5083

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 september 2021
Publicatiedatum
7 oktober 2021
Zaaknummer
AWB- 20_7573
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstel van proceskostenvergoeding in WAO-zaak

Op 28 september 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.A. van der Heijden, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) te Breda. Deze uitspraak volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank op 24 augustus 2021, waarin een onjuistheid was vastgesteld in het dictum met betrekking tot de hoogte van de proceskostenvergoeding. De rechtbank heeft besloten deze onjuistheid te herstellen.

In de herstelde uitspraak heeft de rechtbank de proceskostenvergoeding vastgesteld op € 1.816,-. Deze vergoeding is opgebouwd uit verschillende punten: 1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift, 1 punt voor het verschijnen op de hoorzitting, en 1 punt voor het indienen van het beroepschrift. De waarde per punt is respectievelijk € 534,- en € 748,-, met een wegingsfactor van 1. De rechtbank heeft de eerdere uitspraak voor het overige ongewijzigd gelaten.

De uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van mr. A.M. Pasmans, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 20/7573 WAO

uitspraak van 28 september 2021 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiseres] , te [plaatsnaam] , eiseres,

gemachtigde: mr. M.A. van der Heijden,
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(UWV; kantoor Breda), verweerder.

Procesverloop

Op 24 augustus 2021 heeft de rechtbank uitspraak gedaan in bovengenoemde zaak.

Overwegingen

Gebleken is dat in het dictum van genoemde uitspraak een onjuistheid is vermeld. Het betreft de hoogte van de proceskostenvergoeding. Daarom zal de rechtbank de uitspraak als volgt herstellen.
De rechtbank stelt de proceskostenvergoeding vast op € 1.816,- (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift en 1 punt voor het verschijnen op de hoorzitting, met een waarde per punt van € 534,-, en 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 748,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank:
- herstelt de tussen partijen onder bovengenoemd zaaknummer gedane uitspraak van
24 augustus 2021 en stelt de hoogte van de proceskostenvergoeding vast op € 1.816,-;
- laat voornoemde uitspraak voor het overige ongewijzigd.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van
mr. A.M. Pasmans, griffier, op 28 september 2021en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
De griffier is niet in de gelegenheid de uitspraak mede te ondertekenen.
Afschrift verzonden aan partijen op: