ECLI:NL:RBZWB:2021:5012
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Opleggen last onder bestuursdwang tot sluiten woning voor 3 maanden op grond van de Opiumwet
Op 4 oktober 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster bezwaar maakte tegen een besluit van de burgemeester van Tilburg. Dit besluit, genomen op 19 augustus 2021, hield in dat de woning van verzoekster gesloten zou worden voor een periode van drie maanden op basis van artikel 13b van de Opiumwet. Verzoekster, bijgestaan door haar gemachtigde mr. M.C.A.M. van der Meer, voerde aan dat de aangetroffen hoeveelheid amfetamine slechts indicatief was en dat zij niet in drugs handelt. Tijdens de zitting op 20 september 2021 heeft de voorzieningenrechter vastgesteld dat er voldoende bewijs was voor drugshandel vanuit de woning, waaronder verklaringen van getuigen en berichten op de telefoon van verzoekster. De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester terecht had besloten tot sluiting van de woning, gezien de ernst van de overtreding en de noodzaak om het woon- en leefklimaat te beschermen. Verzoekster had ook aangevoerd dat de sluiting onevenredig was, vooral gezien haar zorg voor een minderjarig kind, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester in redelijkheid van zijn bevoegdheid gebruik had kunnen maken. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.