Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
feit 2:op 28 oktober 2020 te Breda heeft geprobeerd een persoon zwaar lichamelijk toe te brengen door met zijn eigen auto tegen de auto aan te rijden waar deze persoon in zat;
feit 3:op 28 oktober 2020 te Breda een Volkswagen Golf met kenteken [Kenteken 2] heeft vernield dan wel beschadigd;
feit 4:op 28 oktober 2020 te Breda een personenauto Fiat Panda met kenteken [Kenteken 1] heeft vernield dan wel beschadigd;
feit 5:in de periode van 17 oktober 2020 tot en met 28 oktober 2020 te Breda een zwarte herenfiets heeft geheeld;
feit 6:in de periode van 12 tot en met 13 oktober 2020 in Breda uit een woning een autosleutel van een Volkswagen Passat met kenteken [Kenteken 3] , (huis)sleutels en een portemonnee heeft gestolen, dan wel dat hij een sleutelbos heeft geheeld.
feit 7:in de periode van 12 tot en met 13 oktober 2020 te Breda een Volkswagen Passat met kenteken [Kenteken 3] heeft gestolen door een gestolen autosleutel te gebruiken, dan wel dat hij deze auto heeft geheeld.
feit 8:in de periode van 16 september 2020 tot en met 28 oktober 2020 in Breda uit een woning een werktas met zonnebril en huissleutels heeft gestolen, dan wel dat hij deze spullen heeft geheeld.
feit 9: in de periode van 15 tot en met 17 september 2020 te Breda uit een woning autosleutels heeft gestolen van een Ford Fiësta met kenteken [Kenteken 4] ;
feit 10:in de periode van 15 tot en met 17 september 2020 te Breda een Ford Fiësta met kenteken [Kenteken 4] heeft gestolen door gestolen autosleutels te gebruiken, dan wel dat hij deze auto heeft geheeld.
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
Feit 1acht zij wettig en overtuigend bewezen, gelet op de aangifte van [Naam 1] en de processen-verbaal van de politie ten aanzien van de herkenning van verdachte aan de hand van de beelden. De
feiten 2, 3 en 4acht zij wettig en overtuigend bewezen gelet op de aangifte van [Naam 2] , de geneeskundige verklaring en de processen-verbaal van de overige verbalisanten (ook met betrekking tot de activering(snelheid) van de airbag), alsmede de vastgestelde schade aan de auto door de politie.
Feit 5acht zij wettig en overtuigend bewezen, gelet op de aangifte van [Naam 3] en de processen-verbaal van bevindingen. De officier van justitie acht
feit 6in de subsidiaire variant wettig en overtuigend bewezen, gelet op de aangifte van [Naam 4] namens [Naam 5] , het aantreffen van de sleutels bij verdachte tijdens zijn fouillering en de herkenning van de sleutelhanger door aangever.
Feit 8acht zij in de subsidiaire variant wettig en overtuigend bewezen, gelet op de aangifte [Naam 6] , het aantreffen van sleutels en een zonnebril tijdens de fouillering van verdachte en de herkenning van aangeefster van deze goederen.
Feit 10acht zij in de subsidiaire variant wettig en overtuigend bewezen, gelet op de aangifte van [Naam 7] , het proces-verbaal inzake het aantreffen van de auto in Roosendaal, de verklaring van getuige [Naam 8] en de match met het DNA-profiel van verdachte in de gestolen auto.
feit 1is betoogd dat verdachte niet wist dat de door hem geleende Fiat Panda gestolen was. Hij heeft de auto slechts geleend van een neef van een vriend. Er waren, bijvoorbeeld in de auto, ook geen aanwijzingen op basis waarvan verdachte had moeten vermoeden dat de auto gestolen was. Volgens de verdediging kan sprake zijn geweest van een alternatief scenario, namelijk de mogelijkheid dat de auto is weggenomen door de kleindochter van aangever en haar vriend en dat deze vriend de neef van de vriend van verdachte was. Verdachte dient van dit feit te worden vrijgesproken. De raadsman heeft ten aanzien van dit feit verzocht om getuigen, [Naam 1] en [Naam 9] , te mogen horen, mocht de rechtbank niet tot het oordeel komen dat vrijspraak moet volgen.
feit 2is betoogd dat het onderzoek naar de aanrijding gemankeerd is. Ten onrechte heeft er geen degelijke verkeersongevallenanalyse of onderzoek door de Rijksrecherche plaatsgevonden. De daadwerkelijke situatie waarin de aanrijding heeft plaatsgevonden, is daarom niet vast komen te staan en kan, bij gebrek aan bruikbare informatie over de exacte toedracht van het ongeval, ook niet uit het procesdossier worden afgeleid. Door de verdediging wordt daarnaast betwist dat de auto van aangever stil stond. Verdachte heeft gesteld dat er op hem is ingereden. Dit scenario wordt niet uitgesloten door de beschikbare informatie in het procesdossier. Verdachte is in ieder geval niet doelbewust op de verbalisant ingereden, noch is er sprake van voorwaardelijk opzet. In dat verband is betoogd dat, gelet op de situatieschets in het procesdossier, niet ondubbelzinnig kan worden geconcludeerd dat verdachte aangever, die schuin achter een andere auto stond, überhaupt heeft gezien. Ten slotte is de vraag of aangever zwaar lichamelijk letsel had kunnen oplopen door het handelen van verdachte. Aangezien verdachte eerst moest uitwijken, kan hij nooit meer veel snelheid hebben gemaakt. Dit blijkt ook uit de geringe schade aan het voertuig waarin verdachte reed.
feiten 3 en 4is betoogd dat het vereiste opzet op de vernieling ontbreekt. Om die reden dient verdachte van deze feiten te worden vrijgesproken.
feit 5is betoogd dat verdachte niet wist dat de fiets waarop hij reed van misdrijf afkomstig was. Er waren geen aanwijzingen dat de fiets was gestolen. Daarom dient verdachte te worden vrijgesproken.
feit 6is betoogd dat voor de primair tenlastegelegde gekwalificeerde diefstal vrijspraak moet volgen. Ten aanzien van de subsidiair tenlastegelegde heling is betoogd dat deze niet wettig en overtuigend kan worden bewezen, omdat niet duidelijk is waar de goederen in beslag zijn genomen. Om die reden dient vrijspraak te volgen.
feit 7integraal dient te worden vrijgesproken. Er is DNA van een andere persoon in de auto aangetroffen.
feit 8is geen bewijs. Voor de subsidiair tenlastegelegde heling van de zonnebril is ook geen bewijs nu verdachte heeft verklaard dat de bril van hem is. Voor het overige subsidiair tenlastegelegde refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank.
feit 9integraal dient te worden vrijgesproken nu er geen bewijs is dat verdachte de autosleutels heeft gestolen.
feit 10is betoogd dat voor de primair tenlastegelegde gekwalificeerde diefstal vrijspraak moet volgen nu verdachte niet kan worden gelinkt aan de diefstal van de Ford Fiësta. Ten aanzien van de subsidiair tenlastegelegde heling is betoogd dat het enkel aantreffen van DNA onvoldoende is om wettig en overtuigend bewijs aan te nemen. Het DNA van verdachte dat is aangetroffen in de auto, kan daar ook als sleepspoor terecht zijn gekomen. Om die reden dient vrijspraak te volgen.
feit 2). Zij zal verdachte van dit feit vrijspreken.
feiten 3 en 4).
feit 6 primairtenlastegelegde diefstal van diverse goederen uit een woning gelegen aan [Straatnaam 1] niet wettig en overtuigend kan worden bewezen.
feit 6 subsidiair).
feit 7) zal worden vrijgesproken.
feit 8 primairtenlastegelegde gekwalificeerde diefstal van een werktas met zonnebril en huissleutels, afkomstig uit een woning aan [Straatnaam 2] , niet wettig en overtuigend kan worden bewezen.
feit 8 subsidiair).
feit 9), wettig en overtuigend bewijs ontbreekt, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
feit 10 primairtenlastegelegde diefstal van een Ford Fiësta met kenteken [Kenteken 4] is de rechtbank met de officier van justitie van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om tot een bewezenverklaring te komen. De rechtbank zal verdachte van dit feit vrijspreken.
feit 10 subsidiair).
of omstreeks28 oktober 2020 te Breda
,een personenauto (Fiat Panda [Kenteken 1] ),
althans een goed heeft verworven,voorhanden heeft gehad,
en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van
de verwerving ofhet voorhanden krijgen van dit goed
wist, althansredelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof
; ( art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht )Feit 3hijop
of omstreeks28 oktober 2020 te Breda opzettelijk en wederrechtelijk een
politievoertuig (merk: Volkswagen, type: Golf, kenteken: [Kenteken 2]
), in elk geval enig goed,dat
die geheel of ten dele aan een ander, te wetenaan Politie Eenheid Zeeland-West-Brabant toebehoorde, heeft vernield,
beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt; ( art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
of omstreeks28 oktober 2020 te Breda opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (Fiat Panda, kenteken [Kenteken 1]
,in elk geval enig goed, datdie
geheel of ten dele aan een ander, te wetenaan
[Naam 10]toebehoorde, heeft
vernield,beschadigd
, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt; ( art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht )Feit 6 subsidiairhijin
of omstreeksde periode van 12 oktober 2020 tot en met 28 oktober 2020 te Breda
, althans in Nederland, een sleutelbos (afkomstig uit een woning gelegen aan [Straatnaam 1] ),
althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad,
en/of heeft overgedragen,terwijl hij ten tijde van
de verwerving ofhet voorhanden krijgen van dit goed wist,
althans redelijkerwijs had moeten vermoedendat het een door misdrijf verkregen goed betrof
; ( art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht )Feit 8
subsidiairhijin
of omstreeksde periode van 16 september 2020 tot en met 28 oktober 2020 te Breda
, althans in Nederland,een sleutelbos en
/ofeen Rayban zonnebril (afkomstig uit een woning gelegen aan [Straatnaam 2]
, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad,
en/of heeft overgedragen,terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist
, althans redelijkerwijs had moeten vermoedendat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
( art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht )Feit 10 subsidiairhijin
of omstreeksde periode van 15 september 2020 tot en met 08 oktober 2020 te
Breda en/ofRoosendaal
, althans in Nederland,een voertuig (Ford Fiësta met kenteken [Kenteken 4] ),
althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad,
en/of heeft overgedragen,terwijl hij ten tijde van
de verwerving ofhet voorhanden krijgen van dit goed
wist, althansredelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
( art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht )
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partij
[Naam 2]vordert een schadevergoeding van
€ 543,00voor feit 2.
[Naam 4]vordert een schadevergoeding van
€ 300,00voor de feiten 6 en 7.
[Naam 5]vordert een schadevergoeding van
€ 490,00voor feit 6.
8.Het beslag
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan de onder feit 2, feit 5, feit 6 primair, feit 7, feit 8 primair, feit 9 en feit 10 primair tenlastegelegde feiten;
een gevangenisstraf van 195 dagen;