In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 oktober 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om veroordeling in de proceskosten. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. L.H.E.M. Berendse – de Gruijl, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen, waarbij zijn bijstandsuitkering met 100% was verlaagd voor de duur van twee maanden. Na een wijziging van het besluit op 30 juli 2021, waarbij de maatregel werd gematigd naar 25% van het benadelingsbedrag, trok verzoeker zijn verzoek om voorlopige voorziening in, maar vroeg hij wel om een proceskostenvergoeding.
De voorzieningenrechter heeft, op basis van de Algemene wet bestuursrecht, vastgesteld dat het bestuursorgaan gedeeltelijk aan verzoeker tegemoet is gekomen. Dit leidde tot de conclusie dat er aanleiding was om verweerder te veroordelen in de proceskosten die verzoeker had gemaakt. De kosten werden vastgesteld op € 748,- voor de rechtsbijstand, en daarnaast werd verweerder ook veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht van € 49,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.