ECLI:NL:RBZWB:2021:4794
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning
In deze zaak heeft eiseres, een inwoner van Tilburg, beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, dat op 17 december 2020 is genomen. Dit besluit betrof de gedeeltelijke gegrondverklaring van haar aanvraag voor een maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Eiseres heeft haar beroep op 17 februari 2021 ingediend, maar de rechtbank heeft vastgesteld dat dit beroep niet tijdig is ingediend. De rechtbank heeft eiseres in een eerdere brief gewezen op de termijn voor het indienen van het beroepschrift en haar de gelegenheid geboden om de reden van de termijnoverschrijding toe te lichten. Eiseres heeft aangevoerd dat zij, gezien haar leeftijd, niet begreep dat zij een beroepschrift moest indienen tegen het bestreden besluit. Ze stelde ook dat zij opnieuw bezwaar had gemaakt bij het college, maar de rechtbank oordeelde dat zij niet aannemelijk had gemaakt dat dit bezwaar tijdig was ingediend.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het bestreden besluit op 22 december 2020 aan eiseres is verzonden, waardoor de beroepstermijn op 23 december 2020 is aangevangen en op 2 februari 2021 is geëindigd. Aangezien het beroepschrift pas op 18 februari 2021 door de rechtbank is ontvangen, is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten, en heeft de zaak zonder behandeling ter zitting afgedaan. De uitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig, rechter, en is openbaar gemaakt op 28 september 2021. Eiseres kan tegen deze uitspraak verzet doen binnen zes weken na verzending van de uitspraak.