ECLI:NL:RBZWB:2021:4642
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake dwangsombeschikking
Op 17 september 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een verzetzaak van een opposant tegen een eerdere uitspraak van 27 juli 2021, waarin zijn beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De opposant had op 20 december 2020 bezwaar gemaakt tegen het niet tijdig nemen van een dwangsombeschikking door de gemeente [plaatsnaam 2]. Dit bezwaar werd door de gemeente als beroepschrift doorgestuurd naar de rechtbank, die het op 4 maart 2021 ontving. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk omdat het griffierecht niet tijdig was betaald.
De opposant heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak en voerde aan dat hij op 10 juli 2021 een beroep op betalingsonmacht had gedaan. De verzetrechter constateerde dat deze brief abusievelijk in een verkeerd dossier was gevoegd, wat leidde tot de conclusie dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk was. De verzetrechter oordeelde dat het verzet gegrond was, waardoor de eerdere uitspraak verviel en het onderzoek naar de ontvankelijkheid van het beroep hervat moest worden.
De rechtbank merkte op dat er geen voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten zijn en dat er geen rechtsmiddel openstaat tegen deze uitspraak. De uitspraak is gedaan door mr. G.M.J. Kok, rechter, in aanwezigheid van D. Alblas, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.